Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2025-1 (A t/m K) en 2025-2 (L t/m Z)
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 4 - 25_44-45. J.J. Voskuil

dinsdag 28 januari 2025

044.
Dat zijn mijn vrienden, Heer...

Dat zijn mijn vrienden, Heer
een neus, een sigarettendraaier
een gelovige en een gewone pierewaaier
een wazig meisje en een beer.

Wanneer ik deze kermistent
nuchter overzie, dan missen we alleen
een klein orkest, en vraag ik of u geen
engelenbazuin liefst met een engel missen kunt.

We zijn bereid in ruil voor deze gunst
van hemelse genade af te zien
en van een vrijkaart kunt u bovendien
verzekerd zijn.

Dat is dan tevens een reclamestunt
U zult vast tevreden zijn
we hebben wel is waar
een bescheiden repertoire
maar ach, bij U is alles klein.

Neem nou mezelf. Ik heb be-
slist een enkel ding met U gemeen
Ik ben zomaar aan het scheppen
en ook bij mij is niemand ’t er mee eens.

Ik die met Caesar in ’t palaestrum vocht
een zuigspeen voor Napoleon kocht
Cleopatra daarna verkrachtte
moet ikke nu op Suusje wachten

[In een vroege versie figureerde Corrie in plaats van Suusje.]

1948?


Zouden er studenten Nederlands bestaan of hebben bestaan die niet af en toe een gedicht schrijven of iets dat daarop lijkt? In de tweede helft van de jaren veertig van de vorige eeuw studeerde J.J. Voskuil in Amsterdam Nederlands bij W. Gz. Hellinga en N.A. Donkersloot. In een envelopje met jeugdwerk bewaarde Voskuil een aantal gedichten en aanzetten daartoe. Een aantal is min of meer schertsend van aard, mogelijk bedoeld voor Propria Cures. Daarnaast zijn er verzuchtingen van een jongeman die worstelt met de vraag naar de zin van alles, zoals dat hoort in die levensperiode. Een curiosum, dat is dit bundeltje, van een geboren schrijver die een groot schrijver zou worden.

Aldus uitgever Nop Maas in het voorwoord van Een stille, mensenschuwe jongen, dat in 2023 verscheen in een kleine oplage.

Een paar jaar geleden deed ik tweederde van mijn bibliotheek weg. Dat betekent dat er nog altijd ruim vijftienduizend boeken staan – of nee, stonden, want ik ben inmiddels verdergegaan met afscheidnemen. De A.F.Th. van der Heijden-collectie is naar de A.F.Th. van der Heijden-vereniging, W.F. Hermans naar een groot Hermans-verzamelaar en de (nog onvoltooide) Perpetua-serie naar iemand die al lang zocht naar die reeks voor een betaalbare prijs. Van de Grunberg-curiosa droeg ik enkele zeer zeldzame en daarom zo gewilde uitgaven over aan lezers van wie ik weet dat zij die nog meer koesteren dan ik al deed.

 




En nu loop ik wel eens langs de kasten om te zien wat ik nu weer kan aanbieden. En zo stond ik opeens in mijn handen met dit Voskuiltje. Nee, niet om weg te doen; zomaar om even vast te houden en in te bladeren. Over die gedichten heb ik in 2023 in deze rubriek geschreven, veronderstelde ik, maar dat blijkt niet zo te zijn. Daarom vandaag alsnog. 


045.
Ik drink alleen om je dubbel te zien...

Ik drink alleen om je dubbel te zien
Je zult ’t niet merken,
niet eens kijken misschien.
Je hebt ’t te druk
met die vlerk en
je eigen geluk.

Dat is maar beter.
Ik drink en blijf alleen.
Ik verdubbel je benen
je rokken, je dijen.
Zo dubbel kunnen er twee
met je vrijen.
Nog even! En we zijn alle drie
met ons beien.

Ik vorm met twee borrels
twee borsten erbij
en voer je lach af door twee monden.
Eén mond voor die borrel
en één mond voor mij.
Eén been is genoeg voor twee honden.

Archief 2025