Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2025-1 (A t/m K) en 2025-2 (L t/m Z)
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 4 - 25_42-43. Herman de Coninck | Hans Faverey

maandag 27 januari 2025

042.
Ligstoel

(Voor Jan Fabre)

Het is een soort niets wat ik zoek. Wat je overhoudt
als je uit de kom van je beide handen hebt willen drinken:
je beide handen. Geuren lanterfanten door de tuin.
Ik heb een ligstoel onder me waarin ik zo laag als ik maar

in mezelf kan liggen, op mijn rug, het onderste wat ik heb, lig.
Hoe is dit liggen? Zoals je een cognac afmeet door het glas
horizontaal te leggen, zo is dit liggen, ik heb niet veel van mezelf
nodig om vol te zijn, wat ik nodig heb is vooral: weinig:.

Er is te weinig weinig. De vergevensgezindheid
van het niets waarin wij, als we eveneens
niets zouden zijn, zouden passen.

De lucht is zo blauw als vergeetachtigheid.
De lucht is zo blauw als het blauwsel waarmee destijds
linnen werd gewassen om witter te zijn.

1969 [*]


Rare uitgave: De gedichtenapotheek, samengesteld door schrijver Philip Huff (1984) en aangeduid als Poëzie op recept voor het hoofd en het hart. Het achterplat:

Welkom in De gedichtenapotheek, waar poëzie dient als medicijn 

Waar vind je troost na het verliezen van een dierbare? Of als je aan een ziekte lijdt? Of liefdesverdriet hebt? Soms helpt alleen een gedicht. In De gedichtenapotheek vind je meer dan vijftig troostende, verlichtende en inspirerende gedichten van grote namen uit de Nederlandse en internationale poëzie, voorgeschreven door Philip Huff. 



Ik gruwel van zelfhulpboeken – en dit is er helaas weer een –, maar als de helpende hand naar poëzie grijpt, knijp ik graag een oogje dicht. Echter, een rare uitgave blijft het. En dat de voornaamste reden voor het uitgeven ervan een commerciële is – zelfhulpboeken zijn enorm populair –, praat niemand uit mijn hoofd.

Zes hoofdstukken: (1) mentaal en emotioneel welzijn, (2) motivaties, (3) zelfbeeld en zelfacceptatie, (4) de wereld en andere mensen, (5) leven met verlies en (6) verliefdheid, liefde en liefdesverdriet. Neem nou alleen het eerste. Dat is onderverdeeld aan de hand van de indicaties (a) onrust (werkt ook bij: agitatie, gevoel van te weinig, gevoel van tekortkomen, stress), (b) stress (werkt ook bij: angst voor de toekomst, piekergedrag, spijt, wanhoop, ouderlijke bezorgdheid), (c) het gevoel vast te zitten (werkt ook bij: moedeloosheid, hopeloosheid, desinteresse, stress) – en (d, e, f...) ga zo maar door.

Rare uitgave. Daarom sla ik het recept over. Neem alleen al de woorden over bovenstaand gedicht: 
Mijn ervaring is dat als je dit gedicht leest het stof van de onrust om je heen neerdaalt en je in een ligstoel komt te zitten, met de zon op je gezicht en een blauwe hemel boven je – een blauwsel dat alles wat je bezighoudt, alles wat je tekortkomt, wegneemt. Laat het los, wees niets, alles is er al.

Nee, ik negeer de recepten en slik, alleen vandaag, het medicijn. Uit het eerste hoofdstuk - mentaal en emotioneel welzijn dus - deze gedichten van Herman de Coninck en Hans Faverey. 

043.
Ik sla een hoek om


Ik sla een hoek om.
Zo bijt een beitel.

Ik tref een hand aan.
Zo verschrompelt een roos.

Ik leer jagen op liefde.
Zo hijgt een zaag

en ik zie de zee.
Zo word ik oud.

Houd ik mijn hart vast?
Denk ik aan wierook?

Zo huivert een hamer,
kantelt een stad.

1972 [*]


[*]
Kunnen bloemlezers eens minder lui worden en als bronvermelding dé bron noemen in plaats van hún bron! Een bronvermelding geeft de bron aan van een citaat (in dit geval gedichten) en niet van de plaats waar de bloemlezer het toevallig tegenkwam – veelal in een verzameld werk van vele jaren later. De Conincks gedicht is niet uit 2009 (maar van 1969) en dat van Faverey niet van 2000 (maar uit 1972). In de 21ste eeuw waren beiden al dood en deze gedichten verschenen toch echt al tijdens hun leven. 

Archief 2025