woensdag 22 januari 2025
035.
Introductie tot poëzie
Ik vraag ze een gedicht te nemen
en tegen het licht te houden
als een kleurendia
of een oor te drukken tegen zijn omhulsel.
Ik zeg laat een muis vallen in een gedicht
en kijk hoe hij tracht zijn weg naar buiten te vinden,
of loop de kamer van het gedicht binnen
en tast de wanden af naar een lichtknopje.
Ik wil dat ze waterskiën
over het oppervlak van het gedicht
wuivend naar de naam van de schrijver aan de wal.
Maar alles wat zij willen
is het gedicht met touw aan een stoel vastbinden
om er een bekentenis uit te martelen.
Zij slaan het met een tuinslang
om te weten te komen wat het bedoelt.
2008
Er zijn meer vertalers van de gedichten van Billy Collins; alleen blijft het bij hen dan meestal beperkt tot een enkel gedicht. Voor poëzietijdschrift Awater schreef Ron Rijghard in 2008 een korte beschouwing over de poëzie van Billy Collins en hij vertaalde zelf vijf gedichten. Ook van die keuze maakt introduction to Poetry deel uit.
Een van de andere vertalingen van Rijghard is Het draagkoord, oorspronkelijk, als The Lanyard, te lezen in Collins’ bundel The Trouble with Poetry and Other Poems (2005).
036.
Het draagkoord
Die dag dat ik langzaam terugstuiterde
van de blauwe muren van deze kamer,
botsend van typemachine naar piano
van boekenplank naar een envelop op de grond,
vond ik mezelf terug bij de letter D van het woordenboek,
waar mijn oog viel op het lemma draagkoord.
Geen koekje in de mond van een Franse romancier
kon mij sneller terugbrengen naar het verleden –
een verleden waarin ik op een bank zat in een kamp
bij een diep meer
lerend hoe ik dunne plastic draden kon vlechten
tot een draagkoord, een cadeau voor mijn moeder.
Ik had nooit iemand een draagkoord zien gebruiken
of er een omhebben, als dat was wat je ermee deed,
maar dat weerhield me er niet van
draad over draad te kruisen opnieuw en opnieuw
totdat ik een strak
rood en wit draagkoord had gemaakt voor mijn moeder.
Zij schonk mij leven en melk van haar borsten
en ik gaf haar een draagkoord.
Zij verzorgde mij geregeld als ik ziek was,
bracht theelepels medicijn naar mijn lippen
legde koude washandjes op mijn voorhoofd
en bracht me naar buiten de frisse lucht in
en leerde me lopen en zwemmen
en ik, op mijn beurt schonk haar een draagkoord.
Hier zijn duizenden maaltijden, zei ze
en hier is kleding en een goede opvoeding.
En hier is je draagkoord, antwoordde ik,
dat ik maakte met wat hulp van mijn begeleider.
Hier is een werkend lichaam en een kloppend hart,
sterke benen, botten en tanden,
en twee heldere ogen om de wereld te lezen, fluisterde ze,
en hier zei ik, is het draagkoord dat ik op kamp maakte.
En hier, wil ik nu tegen haar zeggen,
is een kleinere gift - niet de versleten waarheid
dat je nooit je moeder kan terugbetalen,
maar de treurige bekentenis dat toen ze
het tweekleurige draagkoord aannam uit mijn handen,
ik zo zeker was als een jongen kan zijn
dat dit nutteloze, waardeloze ding dat ik vlechtte
uit verveling genoeg was om weer gelijk te staan.