Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2025-1 (A t/m K) en 2025-2 (L t/m Z)
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 2 - 25_26-28. Tsead Bruinja [5/5]

vrijdag 17 januari 2025

026.
hoeft een naam iets? 

elke naam moet ten minste 
één keer worden gespeld op het gemeentehuis 
vreugdevol door een ouder die met die naam een geloof 
een held een vriend of een familielid in leven houdt

elke naam moet minstens vierduizend keer 
worden geroepen vanuit een halfopen buitendeur 
terwijl de warme lucht van het avondeten zich 
door een keukenraam een koude kinderneus in krult

alle namen horen zeker vijfmaal op het puntje van de tong 
van een beste vriend te liggen bij de vraag 
naar wie zijn of haar beste vriend is 
en waarom

geen één naam verdient het ongefluisterd te blijven 
en niet via het oor van een geliefde 
buitengewoon vaak de buik van die ander 
te kriebelen

daar zijn namen voor gemaakt

namen horen een leven lang mee te gaan 
en met een leven weet u heel goed 
wat ik bedoel

namen mogen alleen langzaam verdwijnen uit onze gedachten 
en niet voordat ze een afscheidsdansje hebben gemaakt 
op onze beven de lippen

er is geen enkele reden om de naam 
van een muur te schroeven

als die naam niet een nieuw huis 
te wachten staat

2024


Laten we met die zachtheid afsluiten. Zoals via bovenstaand gedicht, geschreven, zo meldt Bruinja achterin, voor het lezen van de 102.000 namen in Kamp Westerbork. Of via dit gedicht, geschreven voor Manu, de zoon van zijn beste vriendin. Bruinja: Zijn moeder is op dit moment gelukkig gezond.

027.
ik zeg tegen je dat het je moeder niet hetzelfde zal vergaan als de mijne

je vraagt hoe oud ik was
toen ze overleed

ik zeg dertien
en ik was elf
even oud als jij
toen ze ziek werd

ik zeg je kunt altijd met me praten
jij knikt dat je dat weet

daarna doen we een wedstrijdje
wie het hardst kan fietsen

we staan voor de deur van een vriendje
dat net zijn lange haar heeft laten afknippen voor een goed doel

het mag je moeder niet zo vergaan als de mijne
want zij is mijn beste vriendin

zij is jouw moeder


En bovenal met het hoopvolle slotgedicht. Wat deed ik daar? In elk geval dit om het er deze keer op aan te laten komen

028.
lentige herfst winterig zonnetje

als ik mij straks enigszins krakkemikkig zonder mijn jeugdigheid te verliezen
langs geluk gebrek en ongemak richting een nieuwe onbekommernis begeef
hoop ik dat het waar is wat ze zeggen en meer nog hoop ik dat het niet alleen
een dorp vergt om een kind groot te brengen maar er evenzogoed een dorp
voor nodig is om die laatste jaren tot een fatsoenlijk einde te laten komen
zodat ik onderweg naar het gedroomde hiernamaals of de sublieme stilte
bevrijd van achterdocht en argwaan ervan uit kan gaan dat ik genoeg fooi
op de toog heb laten liggen om het er een keer op aan te laten komen.

Archief 2025