vrijdag 17 januari 2025
026.
hoeft een naam iets?
elke naam moet ten minste
één keer worden gespeld op het gemeentehuis
vreugdevol door een ouder die met die naam een geloof
een held een vriend of een familielid in leven houdt
elke naam moet minstens vierduizend keer
worden geroepen vanuit een halfopen buitendeur
terwijl de warme lucht van het avondeten zich
door een keukenraam een koude kinderneus in krult
alle namen horen zeker vijfmaal op het puntje van de tong
van een beste vriend te liggen bij de vraag
naar wie zijn of haar beste vriend is
en waarom
geen één naam verdient het ongefluisterd te blijven
en niet via het oor van een geliefde
buitengewoon vaak de buik van die ander
te kriebelen
daar zijn namen voor gemaakt
namen horen een leven lang mee te gaan
en met een leven weet u heel goed
wat ik bedoel
namen mogen alleen langzaam verdwijnen uit onze gedachten
en niet voordat ze een afscheidsdansje hebben gemaakt
op onze beven de lippen
er is geen enkele reden om de naam
van een muur te schroeven
als die naam niet een nieuw huis
te wachten staat
2024
Laten we met die zachtheid afsluiten. Zoals via bovenstaand gedicht, geschreven, zo meldt Bruinja achterin, voor het lezen van de 102.000 namen in Kamp Westerbork. Of via dit gedicht, geschreven voor Manu, de zoon van zijn beste vriendin. Bruinja: Zijn moeder is op dit moment gelukkig gezond.
027.
ik zeg tegen je dat het je moeder niet hetzelfde zal vergaan als de mijne
je vraagt hoe oud ik was
toen ze overleed
ik zeg dertien
en ik was elf
even oud als jij
toen ze ziek werd
ik zeg je kunt altijd met me praten
jij knikt dat je dat weet
daarna doen we een wedstrijdje
wie het hardst kan fietsen
we staan voor de deur van een vriendje
dat net zijn lange haar heeft laten afknippen voor een goed doel
het mag je moeder niet zo vergaan als de mijne
want zij is mijn beste vriendin
zij is jouw moeder
En bovenal met het hoopvolle slotgedicht. Wat deed ik daar? In elk geval dit om het er deze keer op aan te laten komen…
028.
lentige herfst winterig zonnetje
als ik mij straks enigszins krakkemikkig zonder mijn jeugdigheid te verliezen
langs geluk gebrek en ongemak richting een nieuwe onbekommernis begeef
hoop ik dat het waar is wat ze zeggen en meer nog hoop ik dat het niet alleen
een dorp vergt om een kind groot te brengen maar er evenzogoed een dorp
voor nodig is om die laatste jaren tot een fatsoenlijk einde te laten komen
zodat ik onderweg naar het gedroomde hiernamaals of de sublieme stilte
bevrijd van achterdocht en argwaan ervan uit kan gaan dat ik genoeg fooi
op de toog heb laten liggen om het er een keer op aan te laten komen.