Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2025-1 (A t/m K) en 2025-2 (L t/m Z)
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 1 - 25_11. Wislawa Szymborska

woensdag 08 januari 2025

011.
Een groot geluk


Het is een groot geluk
om niet precies te weten
op wat voor wereld we leven.

Daarvoor zouden we
heel lang moeten bestaan,
beslist langer 
dan de wereld bestaat. 

Alleen al om te vergelijken
andere werelden moeten leren kennen.

Uitstijgen boven het lichaam,
dat in niets zo uitblinkt als in
beperken 
en moeilijkheden scheppen.

Ter wille van het onderzoek,
het overzicht
en de definitieve conclusies
de tijd te boven komen
waarin alles maar voortijlt en wervelt.

In dat perspectief –  
zeg voor altijd vaarwel
tegen details, episodes.

Het tellen van de dagen van de week
zou vast een bezigheid
zonder enige zin lijken,

een brief op de bus doen
een dwaze kwajongensstreek

het opschrift 'het gras niet betreden'
een krankzinnig verbod.

1993


Een Groot Geluk is de titel van dit gedicht, maar ook van het nieuwjaarsgeschenk dat de Hof van Jan liet schrijven door Marjoleine de Vos, die daarin Szymborska citeert in de vertaling van Gerard Rausch. 
In oktober nam ik een ander gedicht van Szymborska op, dat De Vos aanhaalde in haar bundel En steeds is alles er lees hier. De Hof van Jan-uitgave is te lezen als toegift op die uitgave. 

 

 


Over dit Szymborska-gedicht schrijft Marjoleine de Vos:
We begrijpen […] nergens iets van, doordat we zo kort leven en dat komt weer door dat lichaam van ons, dat zo geweldig goed is in beperken en moeilijkheden scheppen. Onze blik is te beperkt, we moeten de wervelende tijd wel in periodes en oorzaken en gevolgen indelen. Maar als we iets zouden willen begrijpen, moeten we zo niet denken, dan moeten we van heel ver weg naar onze wereld kijken en, zegt het gedicht, liefst ook nog naar andere werelden en dan zien, in het heel groot, wat er gebeurt. Niks geen details. Niks geen tellen in jaren, laat staan in dagen, dat zou ‘een bezigheid zonder zin’ lijken, zegt Szymborska. Dus bijvoorbeeld 75 worden, zeggen dat dat mooi is, zo oud geworden zijn, details vertellen over die jaren – in het licht van het zeer grote geheel draagt dat echt niets bij aan ons begrip.
Eigenlijk begint het gedicht met de conclusie: dat het een geluk is dat we niet weten op wat voor wereld we leven. Wat zou dat wel zo zijn, dan zouden juist de dingen die wij de moeite waard vinden om te doen, zoals een brief posten, het gras heel houden, totaal krankzinnig lijken. Laat staan verjaardagen vieren, een nieuw jaar inluiden. 
Wat een geluk dus dat we niet weten op wat voor wereld we leven. Precies daarom kunnen we feest vieren.

Archief 2025