Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2025-1 (A t/m K) en 2025-2 (L t/m Z)
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 1 - 25_8-9. Esther Jansma [1/2]

maandag 06 januari 2025


008.
Hoop

Iemand plant een bougainville dat wil zeggen
iets tot kinderkniehoogte met een manshoge
kleurfonteinschaduw genaamd: mogelijk later

en het groeit tot kinderheuphoogte en sterft al
en het jaar daarop weer en het jaar daarop weer.
Iemand denkt: ik handel uit hoop, ik leer het nooit

dit voorjaar plant ik weer een bougainville
deze winter vind ik weer een klein skelet
of is het dit: iedereen handelt uit verlangen

laten we bloemenstruiken blijven planten, kijk
in ons hoofd wiegen ze in de subtropische zeewind
in ons hoofd waar het warm is, vroeger of later

2024


De bougainville is die prachtige, hoogklimmende tuinplant met felle roze, rode of paarse schutbladen. Je ziet ze vaak in Frankrijk, Italië en Spanje. In dit gedicht probeert iemandde plant in ons land te laten groeien, maar het lukt jaar op jaar niet. Maar ze blijft het proberen, want iedereen handelt uit verlangen, dus laten we bloemenstruiken blijven planten. En lukt het ook deze keer weer niet: in ons hoofd, waar het warm is, wiegen ze in de subtropische zeewind… Alleen hoop doet immers leven.

 


Over die iemand dicht Esther Jansma (1958) in deze proloog van We moeten ‘misschien’ blijven denken. Het is haar elfde en misschien laatste poëziebundel meldt het achterplat; Esther Jansma is ernstig ziek:
In haar elfde en misschien laatste poëziebundel richt Esther Jansma het vizier op de (on)eindigheid van het bestaan. Centraal staat het afscheid nemen van het vanzelfsprekende: gezondheid, toekomst, leven. Dit thema wordt uitgewerkt in een waaier van gedichten die het spectrum bestrijkt van maatschappelijk engagement tot mystiek. De drie spreekstemmen uit haar met de Halewijnprijs bekroonde bundel Picknick op de wenteltrap (1997) leveren door de hele bundel heen in korte, tragikomische dialogen commentaar op wat er gaande is. 

We moeten 'misschien' blijven denken. Die we zijn die drie spreekstemmen. En misschien staat tussen aanhalingstekens, want Jansma bedoelt niet dat we de mogelijkheid hebben te blijven denken, maar dat we moeten blijven denken aan de mogelijkheden. Omdat zij haar ernstig ziek-zijn ontkent? Nee, omdat haar gedichten ademen dat zij niet alleen verdrietig is en bang, maar ook nieuwsgierig. Niet eens zozeer naar wat er komt, maar naar wat er is. Jansma is, behalve dichter, een vooraanstaand archeoloog en weet als geen ander, zoals ze in de laatste afdeling dicht: ook verlies is een vorm van bestaan

009.
Wens

Een grijsverig koppie uit een kalkschil
piepend van alles hartstikke wijsgerig willen
begrijpen zolang – er zijn grenzen – zolang
dat niet lijkt op gillen of worden bewogen

als vee dat ronding na ronding verdraaid
en verkapt wordt tot een voortaan vreemd
ijskoud onkenbaar binnenstebuiten

kraakt: ons ruimtepak is kapot
we zijn pantsers en scharnieren, liefje
luchttunnels, poepgangen, informatiekabels
gasomzetters, vreetmachines, alleen
zo kunnen we hier zijn, op aarde

en alles verandert steeds zo
en zullen we toch even blijven
ook verlies is een vorm van bestaan
nu horen we toch bij de mensen?

Archief 2025