vrijdag 03 januari 2025
005.
Nullus
de ramp
De getroffene heeft geen andere keuze dan
de gebeurtenissen te ondergaan
ik voeg geen patroon toe
ik voel nauwelijks nat
ik heb de gele pikachu in mijn handen
en houd oogcontact
met de vrouw die me laadt
het verliefde mensenpaar waarvan ik deel uitmaak
verwacht geen mislukking
het rekent erop
we doorwaden de zee waar het kalm is
we vinden een plaatsje vooraan
op de plecht en de scheepsschroef slaat aan
(er mag geen geluid
de telefoon mag niet nat
geen monden die praten want
de radar ontvangt ons verkapt)
ik voel twee armpjes om me heen
de omhelzing is echt
maar het kind dat me vasthoudt bestaat niet
het is mijn innerlijke kind
het ruikt naar patchoeli
het duwt en het knelt en het jammert
het is al zes maanden mijn manipulator
het zet me op sterkte, op doorgaan, op durf
het schijnt met een lamp op het water
en geeft toe dat het zwaar wordt
ik ben kalm in die krachtgreep
ik aanvaard de vloeibare hoek van het plan
want mijn kans is nog eenmaal de laatste
en behoud zelfs mijn rust als ik zie –
we komen in snelstromend water het roer breekt de wil van het vaartuig ooit was ik een man
de zeepasta trekt, ik zak en ik daal met mijn bankpas, met mijn cryptoportemonnee
en het pikachu-kussen als lood in mijn armen
naar de onderwaterwereld waar zijden gordijnen in hangen
maar waar is de vrouw die me laadt?
en waar is het kind?
(het zat aan haar vast met zijn navel diep
in haar zak als een warme baksteen
en leek daar zeldzaam gelukkig)
ik heb nooit leren zwemmen
de laatste keer dat ik volledig ondergedompeld werd
was ik vier jaar
op de arm van mijn vader in het zwavelbad van Al-Hamma
heb toen wel gezien hoe het gaat
het wieken, de slagen
hoe je keel barst
met in-
ter-
vallen
je huig door je strottenhoofd knalt
stop met verdrinken!
trappel beheerst!
reik naar de golflijn!
het is van belang dat je niet in paniek raakt!
je spasmen zijn nuttig
want je luchtpijp sluit af
en het water loopt naar je maag
als een drankje!
laad lader en powerbank los!
roep niet om hulp!
trek niet aan iemand die naast je
zwemt met levensreddende of andere bedoelingen!
denk niet aan een molensteen!
zeg nog een schietgebed!
watertrap als een rat!
verdrinken is altijd bespottelijk
er was eens een Marsalaans duikteam
hun mondstuk brak af
ze hingen in touwen
ze raakten verzout
ze `weefden als steampunken draugen
hun ballen door brasems gejat
en ik dus maar grijnzen
in koude verstarring
omdat ik steeds dacht aan haar haren
die zwellen in water
en dansen als slangen
de schrikgodin van het meerminnenkamp
aan hoe ze me altijd weer laadde
en ik dus maar stampen
omhoog in haar maalstroom
mijn handen verbaasd aan een streng
als ons kind in zijn moedertrom
2024
Openingsgedicht van Decem van Anne Provoost. Ondertitel: Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers.
Ik citeer uit teksten van Anne Provoost zelf:
Een jongeman vertelt het verhaal van zijn boottocht over de Middellandse Zee. Hij meent zich alles nog met cynische precisie te herinneren: hij stapte in een bootje op zoek naar een land met een tandarts, zijn zwangere vrouw bleef in het water achter en werd op het strand begraven. Door de shock verliest hij het zicht op de gebeurtenissen, maar zijn verblijfsvergunning hangt af van hoe geloofwaardig zijn rouw klinkt.
Decem schreef ik omdat er aan de buitengrenzen van Europa een stille slachtpartij gaande is. Er sterven tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen in het water. In de oorlog van Oekraïne en Palestina komen ook veel mensen om, maar daar heb ik minder het gevoel dat het ‘in mijn naam’ gebeurt. Als Europeaan met stemrecht ben ik er verantwoordelijk voor dat sommige vluchtelingen geen andere optie rest dan clandestien de grens over te steken.
De bundel is één verhaal dat uit elf gedichten bestaat: het nulde gedicht beschrijft de ramp, daarna volgen een reeks gedichten met de tien fazen van een rouwproces. ‘De ramp’ is het zinken van het bootje. De verteller kan zich redden, maar zijn zwangere vrouw komt om.
De asielzoeker moet getuigen. Wat hij zegt wordt vertaald door een tolk. Zijn relaas is bijgevolg gefragmenteerd en dubbelzinnig. Hij spreekt zichzelf tegen want hij is in shock. Naarmate het besef indaalt dat zijn vrouw dood is, komt hij met nieuwe versies van de feiten, maar het zijn eerder wensdromen.