maandag 30 december 2024
Ik ben gaan liggen op de laagste vloer,
naar mij zal alles stromen:
mijn verre vriend
(ver, maar nooit verder dan
het hoogste punt),
het verse vuilnis van de stad,
de regen, knetterend op paraplu’s,
de nieuwste krantenjongen
(fluitend naar zichzelf),
het hofje met zijn rustig groen,
de vertrouwde chaos in dit huis,
de zoete stof die troost schenkt
(zoals muziek, zoals het zaad
uit eeuwig jonge wezens),
soms ook de dood.
2022
De naam Co Woudsma kwam me bekend voor en toen ik in Zolang de stad maar vrolijk is, zijn vierde bundel, het gedicht F. las, wist ik het weer. Zie hier.
F. stond al in Hollands Maandblad van november 2019. Voorin Zolang de stad… lees ik wanneer zijn eerdere bundels verschenen: 1997, 2005 en 2015. Omdat Woudstra dikwijls in Holland Maandblad publiceert, lag er dus een voorraad van jaren op de plank voor deze uitgave uit 2022.
Omdat mijn keuzes van de voorbije dagen en de komende laatste dag van het jaar allemaal met de dood te maken hebben, kies ik vandaag voor Nadirstraat, dat net als Greysons Generatiepact voortkomt uit De Eenzame Uitvaart - een gedicht uit 2017. Woudstra verwijst in zijn aantekeningen naar het verslag dat F. Starink – ja, de F. uit het genoemde gedicht – schreef voor deze uitvaart. Daaruit citeer ik hieronder:
Eenzame uitvaart - nummer 217
I.M. F. T v.d. H.
begraafplaats St. Barbara, woensdag 12 april 2017, 9 uur
Dichter van dienst: Co Woudsma
Vrijdagmiddag. […] Nieuwe melding van UZ. Ophalen van de overledene […] Geboortedatum: 29 mei 1946. Geboorteplaats: Amsterdam. Burgerlijke staat: Partnerschap. Adres: Nadirstraat, Amsterdam. Overlijdensdatum: 2 – 4 – 2017. Lijkvinding. Heeft enkele weken op de woning gelegen.
Mededelingen: GGD heeft schoongemaakt. […] Harddrugsgebruiker. Aan de overkant woont mevrouw B. […] Had al weken een vergeefs bij haar overbuurman bezorgd pakje klaarliggen dat hij alsmaar niet kwam afhalen. Uiteindelijk is ze door het raam gaan kijken. En toen zag ze hem dus liggen.
Van dat schoonmaken van de woning moet je je niet te veel voorstellen: ze hadden voornamelijk een stuk uit het tapijt gesneden, dus er zat beslist nog wel een luchtje aan. […] De woning […] rommelig. Een zooitje.
De geregistreerde partner is een Duitser van geboorte, de heer K., geboren op 15 april 1980, hij staat thans ingeschreven in de gemeente W., ik vermoed in Drenthe, hij heeft nooit bij zijn vriend ingeschreven gestaan. Hij reageert niet op de berichten […]. Dus er gaat begraven worden.
De ouders van meneer v.d. H. zijn al heel lang overleden, er waren twee broers, die leven ook niet meer. Dit kom ik te weten. De Nadirstraat – een complex bejaardenwoninkjes, eenlaags, platte daken, dicht op elkaar gebouwd, sommigen met een zonnescherm uitgerust, stukjes schaamgroen ertussen. Amsterdam Noord. Zijn naam levert geen bruikbare resultaten op, via Google. En ook de naam van de buurvrouw niet.
Vrijdagavond. Co Woudsma, die zou er raad mee weten. Ik bel hem, het zal zijn debuut als dichter van dienst zijn. Dan valt er veel te vertellen. Even later mail ik hem deze gegevens door. Op maandag de eerste versie van het gedicht. Daar moest een deskundig licht over schijnen, vond Co. Is dit wat? Dat was het zeker.
Dus stel ik heel deskundige vragen, doe een enkele suggestie: ze blijken eenvoudig te weerleggen, uit te leggen. ‘Daarbij ga ik er maar van uit dat je weet wat Nadir [*] betekent.’ Ja, nu wel. Tot op de ochtend van de uitvaart onderhandelen we over de positie van het woord soms, moest daar niet toch liever ‘en’ voor in de plaats staan, zoals ik hartstochtelijk bepleitte, waar de dichter vasthield aan zijn […] ‘soms’. En dan zijn we aan het kommagebruik van de dichter niet eens meer toegekomen. Een gezellige strijd, zou je kunnen zeggen. Uiteindelijk blijft het gedicht overeind, ook nadat Co het aan nog eens vier deskundige lezers voorlegde – en met een hoop onderling volkomen tegenstrijdige adviezen kwam te zitten. Eindresultaat: de eerste versie van het gedicht was gewoon de definitieve. Dat was natuurlijk ook helemaal niet de eerste versie: daar was al drie dagen over nagedacht. Er moest alleen nog drie dagen over nanagedacht. […]
Woudsma [...] zal twee of drie kopieën van zijn gedicht meedragen. Hij zal netjes gekleed zijn, ook dit aspect van de uitvaart blijft niet onbesproken. Een donkerblauwe broek, een donkerblauwe trui. De schoenen zullen gepoetst zijn, al blijven er enige zorgen over de staat van de jas. Co Woudsma is er de man niet naar om vrijwillig een modepaleis te bezoeken.
Woensdag. […] Kwart voor negen. De dragers staan aan de poort. [...] ‘De dichter is er al.’ Ik vind hem in de koffiekamer. ‘Hij is al een tijdje geleden aangekomen.’ Ik heb nog zo gezegd: ‘Houd rekening met overstaptijden, vertragingen, onoverkomelijkheden.’ En daarna gewaarschuwd: ‘Overdrijf dit niet. In die dunne trui, aan de rand van de nacht.’ Laten we het erop houden dat hij ruim op tijd was.
We treden binnen […]; de uitvaartleidster vertelt wie we gaan gedenken, geeft het woord aan Co Woudstra.
[*]
De heer V.d. H. woonde en stierf in de Nadirstraat. Het zenith is het hoogste punt van de sterrenhemel (vanuit de waarnemer gezien); het nadir is het laagste: een onzichtbaar punt onder de waarnemer.