donderdag 19 december 2024
[Beluister hier]
De gezongen tekst wijkt enigszins af van de oorspronkelijke vertaling.
Havenstad Amsterdam
waar de zeelieden lallen
tot hun nachtmerries schallen
over oud Amsterdam…
Havenstad Amsterdam
waar de zeelieden dronken
als een wimpel zo lam
in de dokken gaan ronken…
Havenstad Amsterdam
waar de zeeman verzuipt
vol van bier en van gram
als de morgen ontluikt.
Maar… havenstad Amsterdam
waar de zeeman ontwaakt
als de warmte weer blaakt
over Damrak en Dam!
Havenstad Amsterdam
waar de zeelieden bikken:
zilv'ren haringen slikken
bij de staart, uit de hand…
Van de hand in de tand
smijten zij met hun knaken
want ze zullen 'm raken
als een kat in het want!
en ze stinken naar aal
in hun grofblauwe truien
en stinken naar uien,
daarmee doen zij hun maal.
Na dat maal staan ze op
om hun broek dicht te knopen
en dan gaan ze weer lopen
en het boert in hun krop!
Havenstad Amsterdam
waar de zeelui gaan zwierven
en de meiden versieren
buik aan buik… lekker klam…
En ze draaien hun wals
als een wentelende zon
op de klank, dun en vals,
van een accordeon…
En zo rood als een kreeft
happen zij naar wat lucht
tot opeens met een zucht
de muziek het begeeft…
Met een air van gewicht
voren zij met wat spijt
dan hun Mokumse meid
weer terug in het licht!
Havenstad Amsterdam
waar de zeelieden zuipen
en maar zuipen en zuipen
en dan nóg een keer zuipen.
Zuipen op het geluk
van een hoer van de Wallen
of een Hamburgse hoer…
nou ja… van een goed stuk…
Van een slet die zichzelf
en haar deugd heeft geschonken
voor een gulden of elf…
En dan zijn ze goed dronken
en met wank’le lijven
lozen zij dan hun drank
pissen zoals ik jank
op de ontrouw der wijven!
Havenstad Amsterdam!
1969
Gisteren ’t Is stil in Amsterdam, vandaag Amsterdam.
Uit de toelichting in Het Parool:
Het bekendste buitenlandse lied over Amsterdam. Het nummer uit 1964 is dan ook vaak vertaald: van het Hebreeuws tot Baskisch en Sloveens en ook talloze malen gecoverd. David Bowie zong het en John Denver en Nina Simone, maar ook Scott Walker, Acda & De Munnik en De Dijk, om er maar een paar te noemen.
Hoe mooi ook, geen van die versies haalt het bij het aangrijpende origineel van de Franstalige Vlaming (ja, die bestaan). Kijk maar eens op YouTube naar het optreden dat de chansonnier in 1966 gaf in het Parijse Olympia. Brel (1929-1978) gaat volledig in de muziek op en zingt vol overgave, hevig zwetend, de rauwe tekst over de zeelieden in de haven, de armoe, de hoeren, de drank, de stank. ZIE HIER.
De grap is natuurlijk dat het nummer – de melodie is ontleend aan de Engelse traditional Greensleeves – eigenlijk helemaal niet over Amsterdam gaat. Naar verluidt had Brel de haven van Antwerpen op het oog, maar Dans le Port d’Anvers bekte metrisch niet lekker.
De tekst schijnt wel in Amsterdam geconcipieerd te zijn. De zanger belandde op de avond van 20 februari 1963 na een AVRO-concert in Marcanti en een bezoek aan de Wallen samen met zijn vertaler Ernst van Altena in café De Kuil in de Oudebrugsteeg, een kroeg waar het levenslied in ere werd gehouden.
Johnny Jordaan had er jaren opgetreden en begin jaren zestig vermaakte zanger/accordeonist Bolle Jan, de vader van René Froger, het publiek. Brel voelde zich er thuis, zong een lied met Bolle Jan, en later op die avond schreef de chansonnier op een bierviltje de eerste woorden van Amsterdam. ;De verscheurde klank van die ranzige accordeon’ in de tekst, kan niets anders dan de accordeon van Bolle Jan zijn geweest.
Voor Jacques Brel geldt in Nederland Liesbeth List als degene die zijn repertoire het beste kan vertolken en Ernst van Altena als de vertaler ervan. Maar toen Jeroen Willems in 2006 zijn theaterprogramma Jeroen Willems zingt Jacques Brel bracht, vertaalden Ron Klinkenberg en Peer Wittenbols een aantal liederen opnieuw. Die van Amsterdam is van Wittenbols.
[Beluister hier]
In Café Amsterdam
Hoor je zeemannen zingen
Hoe hun dromen vergingen
In de stad Amsterdam
In Café Amsterdam
Hoor je zeemannen zuchten
Als gescheurde wimpels
Aan gitzwarte luchten
In Café Amsterdam
Zie je zeelui verdrinken
In hun bier, in hun tranen
Tot de nacht weer gaat stinken
Maar in Café Amsterdam
Hoor je zeemannen gapen
Als de barman gaat slapen
In het lucht van haar man
In Café Amsterdam
Zie je zeemannen zweten
Boven borden vol eten
Vette vis, stugge stamp
En dan flitsen hun tanden
En dan schittert het goud
En hun voorhoofd is zout
Van hun glimmende handen
En de schol smaakt naar zee
En de zee is van bier
En geld is papier
Dus zit er niet mee
Te veel gegeten om de broek
Dicht te knopen
En dan willen ze lopen
Maar ze zijn veel te lam
In Café Amsterdam
Zie je zeemannen walsen
En ze schuren hun pens
Tegen malse madammen
En ze dansen en draaien
Als krankzinnige zonnen
En dan zijn ze begonnen
Met paaien en aaien
Het accordeon is vals
Als de tanden der meiden
En de stilte doet pijn
Als de balg stopt met hijgen
Er wordt keurig gebogen
Met een keurig gezicht
En ze duwen hun prooi
Dan weer terug in het licht
In Café Amsterdam
Zie je zeemannen drinken
En drinken en drinken
En nog veel meer drinken
Drinken op de toekomst
En op meisjes van vijftig
In Amsterdam in Hamburg
Nee op iedere dame
Die d'r dijen verhuurde
Die d'r deugden verkocht
Voor zolang als het duurde
Voor een halve fles bocht
En ze kruipen naar buiten
Op hun knieën en klauwen
En ze pissen zoals ik huil
Op ontrouwe vrouwen
In Café Amsterdam!