Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 46 - 615-616. Huub Oosterhuis: Sterv... [1/2]

zondag 17 november 2024

Sterven zal je ooit

[
Beluister hier.]


Sterven zal je ooit

Maar vandaag
en godweet morgen
kun je leven, doen, zien

iemand voor iemand zijn
misschien

en het verschil maken, toch
tussen onverwisselbaar uniek
en om het even

tussen dood en leven

2016


Vervolg van hier.

Huub Oosterhuis. Geboren op Allerheiligen (1 november 1933) en overleden op Eerste Paasdag (9 april 2023). Op zijn rouwkaart stond bovenstaand gedicht. Ik kom vandaag terug op deze theoloog, voorganger, dichter en inspirator met zijn grote progressieve hart vanwege de Huub Oosterhuis-lezing, die 3 november jl. voor het eerst is gehouden.

Waarom een Huub Oosterhuis-lezing? Zijn er inmiddels niet genoeg lezingen? Zoals de door Oosterhuis zelf geïnitieerde Abel Herzberg-lezing in de Rode Hoed? Omdat Huub in de pakweg zeventig jaren van zijn openbare leven en in tientallen boeken veel richting gevende lijnen heeft uitgezet: voor een nieuwe omgang met het grote bijbelse verhaal, voor de poëzie en voor het cultureel-maatschappelijke-politieke debat, met name over de vreemdeling in ons midden. Die lijnen mogen niet doodlopen. Die erfenis bewaren betekent haar van tijd tot tijd opnieuw en als nieuw te laten spreken. Om te beginnen met een jaarlijkse lezing in de Oosterhuis-zaal van de Rode Hoed, over een van de vele aspecten van zijn nagelaten werk.

Fragment uit de inleiding van de uitgave van die eerste Huub Oosterhuis-lezing, getiteld Over Liedjes, Liefde, Gemis en zo nog wat, geschreven en uitgesproken door zijn vrouw Colet van der Ven, in dat laatste bijgestaan door onder anderen zijn kinderen Trijntje en Tjeerd, schoondochter Edsilia Rombley en kleindochter Imaani.



Huub Oosterhuis en Colet van der Ven.
De foto staat op de voorzijde van de uitgave van
Huub Oosterhuis-lezing 2024



Onderstaand gedicht, Oosterhuis’ laatste, klonk al tijdens de uitvaart en staat ook in deze bundel. 


[Beluister hier.]

Hij sprak op de zevende dag
Ik heb de lichten ontstoken
de aarde in mensen gegrondvest
de zeeën gespreid voor dolfijnen
de hemel voor vogels en sterren
nu is het even genoeg
nu is het rusten maal rusten
mijn sabbat, mijn zevende dag
De hemel vol vogels en sterren
nu is het even genoeg

Jij, die je krachten geeft om aarde en hemel te hoeden
Jij, met de last op je schouders te zorgen voor lichaam en ziel
ik schenk je de zevende dag om jezelf te hervinden
dag van rusten maal rusten
en dat wij vinden elkaar
nu is het even genoeg


Colet van der Ven:
In een column in Het Parool schreef Femke van der Laan, echtgenote van de voormalige burgemeester van Amsterdam, dat muziek luisteren niet meer ging na Eberhards overlijden. Bij ontelbaar veel nummers schoot ze vol, het maakte niet uit waarmee ze bezig was of hoe ze zich voelde. Dus zette ze een streep door alle liedjes waarnaar ze samen luisterden, door alle nummers waaraan mooie herinneringen kleefden. En toen door alle nummers waar ze een hekel aan hadden en vervolgens door alle neutrale liedjes. Het scheelde een hoop tranen. Mij lukte het niet om door alle liedjes die Huub met mij verbinden een streep te zetten. Ik hoef op zondagochtend maar een voet in de Dominicus of de Ekklesia [*] te zetten of zijn woorden waaien me tegemoet op klanken van een van zijn begenadigde componisten. Soms is dat pijnlijk, vaker genade. Dan maar een paar tranen meer. Of een hele emmer. Zoals bijna een jaar lang gebeurde bij de laatste compositie van Tjeerd op de laatste tekst van Huub. Alsof hij wist. Hij wist waarschijnlijk.

[*] Evangelische kerken in Amsterdam waarbij Oosterhuis en Van der Ven nauw betrokken zijn.


Wordt vervolgd.

Archief 2024