zondag 17 november 2024
Sterven zal je ooit
[Beluister hier.]
Sterven zal je ooit
Maar vandaag
en godweet morgen
kun je leven, doen, zien
iemand voor iemand zijn
misschien
en het verschil maken, toch
tussen onverwisselbaar uniek
en om het even
tussen dood en leven
2016
Vervolg van hier.
Huub Oosterhuis. Geboren op Allerheiligen (1 november 1933) en overleden op Eerste Paasdag (9 april 2023). Op zijn rouwkaart stond bovenstaand gedicht. Ik kom vandaag terug op deze theoloog, voorganger, dichter en inspirator met zijn grote progressieve hart vanwege de Huub Oosterhuis-lezing, die 3 november jl. voor het eerst is gehouden.
Waarom een Huub Oosterhuis-lezing? Zijn er inmiddels niet genoeg lezingen? Zoals de door Oosterhuis zelf geïnitieerde Abel Herzberg-lezing in de Rode Hoed? Omdat Huub in de pakweg zeventig jaren van zijn openbare leven en in tientallen boeken veel richting gevende lijnen heeft uitgezet: voor een nieuwe omgang met het grote bijbelse verhaal, voor de poëzie en voor het cultureel-maatschappelijke-politieke debat, met name over de vreemdeling in ons midden. Die lijnen mogen niet doodlopen. Die erfenis bewaren betekent haar van tijd tot tijd opnieuw en als nieuw te laten spreken. Om te beginnen met een jaarlijkse lezing in de Oosterhuis-zaal van de Rode Hoed, over een van de vele aspecten van zijn nagelaten werk.
Fragment uit de inleiding van de uitgave van die eerste Huub Oosterhuis-lezing, getiteld Over Liedjes, Liefde, Gemis en zo nog wat, geschreven en uitgesproken door zijn vrouw Colet van der Ven, in dat laatste bijgestaan door onder anderen zijn kinderen Trijntje en Tjeerd, schoondochter Edsilia Rombley en kleindochter Imaani.
Huub Oosterhuis en Colet van der Ven.
De foto staat op de voorzijde van de uitgave van
Huub Oosterhuis-lezing 2024
Onderstaand gedicht, Oosterhuis’ laatste, klonk al tijdens de uitvaart en staat ook in deze bundel.
[Beluister hier.]
Hij sprak op de zevende dag
Ik heb de lichten ontstoken
de aarde in mensen gegrondvest
de zeeën gespreid voor dolfijnen
de hemel voor vogels en sterren
nu is het even genoeg
nu is het rusten maal rusten
mijn sabbat, mijn zevende dag
De hemel vol vogels en sterren
nu is het even genoeg
Jij, die je krachten geeft om aarde en hemel te hoeden
Jij, met de last op je schouders te zorgen voor lichaam en ziel
ik schenk je de zevende dag om jezelf te hervinden
dag van rusten maal rusten
en dat wij vinden elkaar
nu is het even genoeg
Colet van der Ven:
In een column in Het Parool schreef Femke van der Laan, echtgenote van de voormalige burgemeester van Amsterdam, dat muziek luisteren niet meer ging na Eberhards overlijden. Bij ontelbaar veel nummers schoot ze vol, het maakte niet uit waarmee ze bezig was of hoe ze zich voelde. Dus zette ze een streep door alle liedjes waarnaar ze samen luisterden, door alle nummers waaraan mooie herinneringen kleefden. En toen door alle nummers waar ze een hekel aan hadden en vervolgens door alle neutrale liedjes. Het scheelde een hoop tranen. Mij lukte het niet om door alle liedjes die Huub met mij verbinden een streep te zetten. Ik hoef op zondagochtend maar een voet in de Dominicus of de Ekklesia [*] te zetten of zijn woorden waaien me tegemoet op klanken van een van zijn begenadigde componisten. Soms is dat pijnlijk, vaker genade. Dan maar een paar tranen meer. Of een hele emmer. Zoals bijna een jaar lang gebeurde bij de laatste compositie van Tjeerd op de laatste tekst van Huub. Alsof hij wist. Hij wist waarschijnlijk.
[*] Evangelische kerken in Amsterdam waarbij Oosterhuis en Van der Ven nauw betrokken zijn.
Wordt vervolgd.