donderdag 07 november 2024
Uitvaart
Mijnheer de B. uit de Zeisstraat op Zuid,
Wij hebben elkaar niet gekend, het had gekund,
Dat onze levenspaden zich hadden gekruist
Op enig moment, op zomaar ergens een punt.
Een punt in de tijd, zomaar ergens hier of daar,
In de stad, op een werk, het is misschien ooit
Gebeurd dat wij anoniem en zwijgend elkaar
Zijn gepasseerd, wie weet, je weet het nooit.
Het is niet zo vreemd dat ik u niet heb gekend
Maar dat u voor mij bestaat nu u er niet meer bent,
Is raar op z’n minst: daarom schreef ik deze woorden
Dat is mijn werk, woorden vinden voor een afscheid
Aan een eenzaam graf, een afscheid van de tijd,
De onontkoombare tijd die alleen u toebehoorde.
2007
Nog één keer over Bij het afscheid van… Alle gedichten tot nu van de Rotterdamse Stichting De Eenzame Uitvaart.
Alle gedichten tot nu begint bij de allereerste uitvaart, die van A.A. de B (13 januari 1933 – 5 november 2007), op 24 november 2007. En de bundel eindigt met de uitvaart van Coenraad Johannes Hubertus Tenwolde. Editie #56, 19 juli 2024.
Rien Vroegindeweij over de allereerste:
Omdat dit de eerste uitvaart in Rotterdam is die […] door een dichter zal worden bijgestaan, zal ik als coördinator voor Rotterdam als eerste dichter van dienst optreden. Op vrijdagochtend 9 november 2007 krijg ik de telefonische melding van heer P. Boertjes van de afdeling Stedelijke Zorg team WOL (Wet Op Lijkbezorging).
De gegevens over de overledene zijn zeer summier. Er is sprake van een huisgenoot of een hulp, maar deze heeft te kennen geven niet bij de begrafenis aanwezig te zullen zijn. Het beroep dat de overledene heeft uitgeoefend is niet bekend. Opvallend is dat de man nooit zijn AOW heeft opgevraagd. Begrafenisondernemer Goetzee bericht later op de dag dat de teraardebestelling op woensdag 14 november 2007 om 9.30 uur zal plaatsvinden op de begraafplaats Crooswijk aan de Kerkhoflaan te Rotterdam.
Ik heb Daniël Dee, die bij een volgende eenzame uitvaart de dichter van dienst zal zijn, gevraagd mee te gaan. Samen rijden we naar Crooswijk. Onderweg vertel ik dat de overledene in de Zeisstraat op Zuid is gestorven en dat een goede vriendin van mij Crucifix heet en vroeger op de Kerkhoflaan woonde. De dood zit in de woorden.
Bij het hek van de begraafplaats wachten we op de lijkauto. Het is een koude maar heldere ochtend. Omdat dit, zoals gezegd, de eerste ‘eenzame uitvaart’ in Rotterdam is, melden zich de heren Eric Verstraaten – van Beek, Teamchef Team 3 van Stedelijke Zorg, en medewerker Ron Momberg. Ook Chris Vemer van Radio Rijnmond is aanwezig voor een korte reportage die ’s avonds wordt uitgezonden, en John van Tiggelen van Boekhandel v/h van Gennep, die een foto van de gebeurtenis voor hun website zal maken. We lopen achter de lijkauto aan regelrecht naar het graf. Ik lees mijn gedicht Uitvaart.
Ik leg het gedicht op de kist. Als deze is gedaald, verlaten we de plaats van het graf en de begraafplaats en gaat ieder zijns weegs.
In de bundel staan wel alle gedichten en veel foto’s, maar de bijbehorende verslagen, zoals het bovenstaande, zijn vervangen door omschrijvingen in enkele zinnen. Zoals in dit geval:
De gegevens over de overledene zijn zeer summier. Er is sprake van een huisgenoot of een hulp, maar deze heeft te kennen gegeven niet bij de begrafenis aanwezig te zullen zijn. Het beroep dat de overledene heeft uitgeoefend is niet bekend. Opvallend is dat de man nooit zijn AOW heeft opgevraagd.
Die volledige verslagen vind je alleen op de website van Eenzame Uitvaart Rotterdam. Zie hier.
Als oprichter en eerste coördinator van de stichting schreef Rien Vroegindeweij voor de bundel een uitvoerig voorwoord. Daaruit enkele citaten.
Een klein en eenvoudig ritueel. Bij de ingang van het kerkhof, waar de dragers, meestal studenten, in hun lange grijze jas klaar staan, wachten we op de lijkwagen. Er is een ambtenaar van de gemeente aanwezig en voorafgegaan door de uitvaartbegeleider lopen we achter de mobiele baar naar het graf. Je zou het een kleine stoet kunnen noemen. De dragers doen hun taak, de dichter leest het gedicht dat speciaal voor de overledene en met een laatste groet aan het graf gaan we ieder ons weegs. […]
In 2007 zijn we in Rotterdam begonnen met het schrijven van gedichten voor eenzame uitvaarten. Er werd een convenant met de gemeente […] en Stichting De Eenzame Uitvaart getekend. Negen dichters waren bereid mee te doen. In totaal hebben we in negen jaar 21 uitvaarten gedaan, dus evenzoveel gedichten geschreven en aan het graf voorgelezen. Als coördinator begeleidde ik in die eerste jaren de dichter van dienst en schreef daarna een kort verslag voor de website van Stichting De Eenzame Uitvaart.
Met een gemiddelde van drie keer per jaar stond ik met de dichter van dienst op een doordeweekse ochtend, meestal om half tien, bij de ingang van de Algemene Begraafplaats Crooswijk, Kerkhoflaan nummer 1 te Rotterdam.
De ambtenaren van de gemeente hebben overigens de zwaarste taak. Zij krijgen een melding binnen, in de regel van de politie, en gaan naar het huis van de overledene. Wat zij aantreffen zou je kunnen omschrijven als de nog grotere eenzaamheid die aan een eenzame uitvaart voorafgaat. Zij proberen uit te zoeken of er een verzekering is, geld eventueel en of er nabestaanden zijn.
Soms is er wel iemand te vinden, een ex-partner, een kind of kinderen, een ver familielid, maar we hebben heel vaak gehoord dat die niets, maar dan ook helemaal niets meer met de overledene te maken wilden hebben. U kunt zich voorstellen wat voor levensdrama’s daarachter schuilgingen.
Heel erg schrijnende gevallen zijn daarbij. De laatste overledene die we in die eerste periode naar zijn laatste rustplaats brachten, was een man uit de Oranjeboomstraat. Dood gevonden door de deurwaarder en de politie die aan zijn deur waren gekomen om hem zijn huis uit te zetten. Zijn eigen executie door verhanging voltrokken. […]
In 2016 heeft toenmalige wethouder Hugo de Jonge het convenant met Stichting De Eenzame Uitvaart opgezegd. Nota bene in het jaar dat in de Jan Porcellisstraat in de wijk Middelland het stoffelijk overschot werd gevonden van een vrouw die tien jaar dood in haar huis had gelegen.
Mogelijk dat dit geval voor de wethouder aanleiding is geweest om het convenant op te zeggen. Want direct daarna werd er van gemeentewege beleid tegen eenzaamheid gemaakt. En als er beleid is, bestaat het probleem eigenlijk niet meer.
Naar tekst en uitleg gevraagd, antwoordde De Jonge dat er in Rotterdam geen eenzame uitvaarten zijn. Als je iets niet ziet, dan bestaat het niet. Vragen in de gemeenteraad leidden tot bevestiging van het besluit. Einde Eenzame Uitvaart Rotterdam.
Het bleek moeilijker dan gedacht om een bestuurlijk besluit terug te draaien. Enkele pogingen van individuele gemeenteraadsleden om de wethouder van gedachten te doen veranderen, stuitten op een muur van onverschilligheid.
Maar wethouders verdwijnen, gemeentebesturen veranderen van samenstelling. Ondertussen hebben wij ook niet stil gezeten. Want het kon eigenlijk niet dat overal in Nederland de activiteiten rond eenzame uitvaarten toenamen, maar dat de internationale poëziestad Rotterdam daarvan verstoken bleef.
Langzamerhand ontstond het idee om voor Rotterdam een eigen stichting op te richten. De samenwerking met ‘Amsterdam’ was altijd naar tevredenheid verlopen, maar met een Rotterdamse stichting zouden we ter plaatse meer aandacht en sympathie kunnen genereren.
Dat is gelukt. Met veel moeite […] hebben we Stichting De Eenzame Uitvaart Rotterdam […] in het leven geroepen. Een motie die door vijf partijen werd ondertekend, werd in de gemeenteraad aangenomen. […]
De lijst met ‘dichters van dienst’ werd uitgebreid. Er kwamen nieuwe coördinatoren. Enkele fondsen en particulieren betuigden hun steun door middel van een donatie. De eenzaamheid bleek, misschien mede door corona, groter te zijn geworden. Sinds juni 2022 hebben we 35 personen naar hun laatste rustplaats begeleid.
Het lijkt een onmogelijke opgave om een gedicht te schrijven voor iemand die je niet hebt gekend, van wiens bestaan je tot dan toe nog nooit hebt gehoord. Bovendien moet het in heel korte tijd worden geschreven, hooguit een paar dagen, en van de antecedenten van de overledene weten we vaak niet meer dan wat summiere gegevens, een naam, een beroep, een plaats of land van herkomst.
Niettemin zijn alle gedichten van hoog niveau. […] Het zou ermee te maken kunnen hebben dat je als dichter, als mens, met je eigen levenseinde wordt geconfronteerd. En vooral met de omstandigheden waaronder het levenseinde plaats kan vinden.
Tot slot Eenzame Uitvaart #8.
Voor C.
(Geboortedatum en tevens overleden 28 juni 2010.)
de zon heeft nooit in je ogen gestaan
jij kwam niet verder dan de baarmoeder
die omgekeerde echo waar alles begint
na die levengevende vonk in die extra tijd
was je een mens in wording net als wij
even nietig als de rest leefde je zonder
adem zonder lucht maar met gewaarwording
noem het zoete dromen van melk en honing
je zou een oneindige lijst kunnen opstellen
van alles wat je niet zult beleven
daar gaat het niet om, het gaat om wat er was
en dat is altijd iets extra’s dat is altijd iets
de wereld zucht toch al zo lang
om alle onrechtvaardigheid
al die zuchten nemen je nu mee
hoger en hoger een wervelwind
van melk en honing naar de zon
en al je suikerspinnendromen
schitteren in je ogen met duikvluchten
en salto’s in een oneindige achtbaan
van moedige vrolijkheid en helder gelach
je reis eindigde dan wel abrupt voor hij begon
er kan je nu niets meer gebeuren
Gedicht en verslag: Daniël Dee:
Op donderdag 1 juli 2010 word ik gebeld door Peter Boertjes, klantmanager van de Afdeling Stedelijke Zorg Team 3 van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rotterdam over een ophanden zijnde eenzame uitvaart. […]
Het gaat om C. B., een doodgeboren baby van vierentwintig weken. Over de achtergrond is weinig tot niets bekend. Een en ander heeft plaats gevonden in het Sofia kinderziekenhuis in Rotterdam. Beide ouders hebben aangegeven nergens voor te willen zorgen. […]
Op dinsdag 6 juli is het mooi weer en ik besluit op de fiets naar crematorium Hofwijk te gaan. De fietstocht van een half uur voert mij langs de Schie in een bijna landelijk gebied, zeker voor Rotterdamse begrippen.
Omdat ik iets te vroeg ben, mag ik plaatsnemen in de ontvangstruimte. Op een groot lcd-scherm is de naam C. B. reeds geprojecteerd. Een crematorium medewerkster loopt voorbij en zegt: ‘C., mooie naam.’ Ik knik ter bevestiging.
Om 15.30u begint de plechtigheid. De aanwezigen zijn, buiten mijzelf, drie medewerkers van crematorium Hofwijk, Peter Boertjes en een collega van hem. Wij worden onder begeleiding van muziek de kleinste aula van het complex ingeleid […]. In het midden staat pontificaal een roze kist. De kist is bijzonder klein, hij heeft nog niet eens de lengte van mijn onderarm. De aanblik raakt me, hoewel ik van tevoren had kunnen bedenken dat de kist niet al te groot zou zijn.
Als de muziek is afgelopen draag ik mijn gedicht voor.
Ik leg mijn gedicht op de kist en de muziek wordt weer aangezet ten teken dat wij de afscheidsruimte kunnen verlaten.