Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 43 - 578-580. Lucas Rijneveld: Waar ik... [4/4]

zaterdag 02 november 2024

Waar ik aan denk

Het is niet moeilijk om stil te zijn,
toch wist ik al vroeg: rouw past nooit
in twee minuten. Het is eerder de
opwarmingstijd van een magnetrongerecht,
een eenpersoons-stamppot die een beetje
naar plastic en een beetje naar verdriet smaakt.
Ik weet heel goed dat in die geluidloosheid nooit
ieder mens herdacht, elk bombardement,
of alle schrik zit van wie-mij-ontdekt, het lek
en de hongervraag. Ook vermoed ik dat 
hoop te groot is, want ik hoop wat af.
Soms word ik zelfs een duif, zo eentje die
harmonie brengt. Anderen zeggen dat ik
het niet kan begrijpen, dat je om echt stil
te kunnen zijn de oorlog meegemaakt
moet hebben. Dus ik houd mijn mond
en probeer aan vrede te denken.
Vrede past precies in twee minuten. 

2024


Vervolg van gisteren.

Het meest bijzondere aan de keuze van Mirjam van Hengel is dat zij zich bij de samenstelling van Stip op de horizon niet alleen heeft gericht op de bekende en dus voor-de-hand-liggende namen, maar juist veel ruimte biedt aan nieuwe, onbekendere dichters. Niet alleen Judith Herzberg, Ingmar Heytze, Joke van Leeuwen, Thomas Lieske, Alfred Schaffer, Vrouwkje Tuinman en Anne Vegter is gevraagd een vrijheidsgedicht te schrijven, maar ook Najiba Abdellaoui, Pelumi Adejumo, Jasper Albinus, Mahat Arab, Benzokarim, Sophia Blyden en Laura Broekhuysen. En dan beperk ik me, omdat ik zeven aansprekende dichters noem, alleen nog maar tot eenzelfde aantal namen binnen de eerste twee letters van ons alfabet. 
Ook de afgelopen dagen kwamen zowel bekende (zoals Tsead Bruinja en Anna Enquist) als minder bekende dichters (onder wie Robin Block en Rosa Schogt) voorbij. 


Vanaf morgen over die andere bundel:
Breuk in de horizon




Vandaag sluit ik dit blokje af met drie bekende namen. Met Lucas Rijneveld, omdat ik zijn gedicht een van de mooiste van de bundel vind en met Hans Dorrestijn, omdat hij met Muur met namen voor een verrassende invalshoek kiest om ‘vrijheid’ te belichten, namelijk zijn eigen onveilige jeugd. Een sterk voorbeeld van verhalende autobiografische poëzie.

Muur met namen

(I)
In 1948 werd het pas echt erg,
de Irisstraat in Hilversum.
’t Huisnummer vergeet ik
nooit meer: 104. Niet ten onrechte
is dat 8x13. Mijn moeder, weduwe,
trok met ons in bij oom Jo, mooi
voorbeeld van een Boze Stiefvader.
Kwam hij thuis uit zijn werk
zaten we als bange kikkers 
met kloppende kelen te wachten.
De uitbarsting kwam altijd
uit een onverwachte hoek.
Je wist nooit precies wat je fout had gedaan,
maar het tumult begon, het geschreeuw en
getier! Het slaan vonden we minder erg.
Dat gebeurde maar af en toe.
Zijn dierlijke gebrul klinkt nog in mijn oren.
in het huis regeerde de angst
maar buiten voelden we schaamte
om de krankzinnige taferelen
waarover ik pas later verslag durfde doen.  


(II)
Onze echte vader hebben we nooit gekend.
Hij stierf in Kamp Amersfoort. Een medestrijder
vertelde daarover: ‘Vlak voor de oorlog liep
Henk nog met een Gebroken Geweertje op de
revers van zijn jasje, in 1941 reed hij met 
fietstassen vol wapens door het centrum van Ede.’
Eenmaal heeft mijn moeder gezegd: ‘Je vader liet
ons in de steek, hij heeft ons in de steek gelaten.’
Dat klonk heel vies. Mijn moeder zat fout.


(III)
Zo’n 40 jaar later kwam ik in Ede terug, de
woonplaats van Jan Siebelink die de naam van mijn
vader misschien kende van de Herdenkingsmuur met namen

HENDRIK DORRESTIJN
DERKSEN
GEB. MAARSSEN 12 MEI 1916
OVERL. AMERSFOORT 18 DEC 1942

Jan drong er vaak bij mij op aan
een boek over mijn vader te schrijven.
Heb ik geprobeerd. Is nooit wat geworden.
Oom Jo heeft de strijd gewonnen: de heldendaden van
Henk Dorrestijn liggen begraven onder geschreeuw en getier.
We waren geen oorlogsslachtoffers.
Het gebeurde in tijden van vrede. 


Autobiografisch is ook het gedicht van Pim Lammers, die doodsbedreigingen ontving na de publicatie van een verhaal over pedofilie. Hij overwoog zelfs te stoppen met schrijven. Zijn keuze zich tegen het verzet tegen zijn werk en het verzet tegen zijn eigen vertwijfeling te verzetten, leidde tot dit vrijheidsgedicht.

Mijn laatste gedicht

Zojuist dacht ik heel even:
het is klaar,
ik heb mijn laatste gedicht
geschreven.
En ik wilde mijn uitgever bellen
om haar te vertellen:
'Ik houd ermee op.'

Zij zou dan natuurlijk zeggen:
'Slaap er een nachtje over,
denk er nog eens over na',
maar ik wist al helemaal zeker:
ik stop
en ga

naar Finland, Spanje, Colombia,
een huisje ergens in de middle of nowhere,
in ieder geval ver,
ver weg.

Ik zag de dagen zo voor me:
ik schilder een beetje
(dat kan ik helemaal niet,
maar toch niemand die het ziet),
geef mijn geiten, mijn honden,
mijn kippen te eten
en ben vooral
dag in, dag uit
de rest van de wereld vergeten.
Geen social media.
Geen bedreigende berichten.
Geen gezeur over wat ik wel
of wat ik niet mag schrijven.

En zonder er te zijn,
wilde ik er voor altijd blijven.
Maar, vroeg ik mezelf vervolgens af,
wat gebeurt er dan in mijn hoofd?
Raakt er een poëzievuurtje uitgedoofd
of blijven de ideeën borrelen?

Mijn hoofd gaf mij al antwoord.
Terwijl ik mezelf daar zag zitten,
omringd door geiten, honden, kippen
en verder heerlijk alleen,
dacht ik meteen:
ik schrijf het op.

Dus ik denk dat ik voorlopig nog niet stop.
Want, ook al kan ik niet wachten
om straks weer in gedachten
te verdwijnen
naar mijn schildersezel
onder de Colombiaanse zon,

dat was het moment
waarop ik aan dit gedicht begon.

 

 

Archief 2024