Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z),
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 42 - 555. Willem van Toorn: Een winter... [3/3]

woensdag 23 oktober 2024

Een winter in Le Petit Jouhet

5

‘Vanmorgen mistig, zodat ik op de zwaar beschoten
weg van Cambrai naar Arras gewoon kon lopen,’
schrijft Jünger [1]: geen tommy die hem zag.
Nevel ook hier vandaag om levenden en doden,

het dorp onzichtbaar. Moet ik ook maar een pad
zoeken waar de dood tijdelijk is afgelast?
Pauze. Stilte. Achter het wit gordijn
houdt alles wat meespeelt zijn adem in.
Nergens een jager nu. Geen meute blaft.

Dan diep in de mist eensklaps de motorzagen: 
bij buren in het dal wordt de oude beuk
die met zijn wortels traag hun huis optilt
ontmanteld. Voor lange winters vuur.

Gat in het uitzicht straks. Iets heeft de keus
gemaakt tussen wat gaat en wat nog even duurt.

2013


[1] Ernst Jünger, Duits officier. Kriegstagebuch 1914-1918.


Tot slot nogmaals Marjoleine de Vos:

Hier word het nooit meer zoals toen jij er was.’
Dat geldt altijd voor iedereen, maar in de juiste context gezet wordt het schrijnend. Het geldt uiteraard ook voor Van den Toorn zelf: zo’n belezen, aardige dichter is echt een gat in het landschap, geen miniem spoor dat je met opmerkzaamheid zult moeten zoeken. Hij schreef zelf, berustend, een gedicht onder de titel Bisogna morire, naar een lied van de 16-eeuwse Italiaanse componist Stefano Landi, ‘we moeten toch sterven’. Maar waar blijven de beelden, vraagt de dichter zich af, van de kleindochters die bramen plukten, of ‘de geur van lievevrouwebedstro | als het gras in de wei net gemaaid is’, waar het beeld op het pad van ‘mijn lief || met de kleine witte hond’: ‘waar bergen we dat allemaal op | als het niet meer kan in die kop | van mij omdat die niet meer daar is’. 
Ja, hier dus, in dat gedicht, dat net als al die andere gedichten, die kop van hem weerspiegelt. Voor een deel dan.

Met Bisogna morire zijn we terug bij het begin van dit blokje. 

-----

Willem van Toorn in deze rubriek:


Uit Bezweringen (2013):
Amstelpark met gezelschap en En Erik
Ars moriendi en Remco

Uit De jongenskamer (2018):
Als iets onomstotelijk maakt dat we hier zijn...
Alsof een mateloos moe beest... 
Buurvrouw De Louwere... 
Honger. Wie heeft de doden... 
Troost in deze dagen is... 
Vertrek van dochters schreef...
Vragen als wie zij zijn... 

Uit De dagen (2020):
Alzheimer 1, Alzheimer 2 en Bezoek van vader
Bisogna morire
Kraanvogels 
Pip
De roeier en Schilder

Overige gedichten:
Landschap voor een dode meneer (1968)
Tafel (2003)
Tussen wolken en aarde de tekens (1997)

Archief 2024