Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z),
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 41 - 548. Wislawa Szymborska: Een... [2/3]

zaterdag 19 oktober 2024

Een titel hoeft niet

Hier zit ik dan onder een boom,
aan de oever van een rivier,
op een zonnige morgen.
Een nietige gebeurtenis
die niet de geschiedenis ingaat.
Het zijn geen veldslagen en pacten
waarvan de motieven worden onderzocht,
of gedenkwaardige tirannenmoorden.

Toch zit ik aan de rivier, dat is een feit.
En nu ik hier ben,
moet ik ergens vandaan zijn gekomen
en daarvoor
op nog vele andere plaatsen zijn geweest,
net als de veroveraars van landen
voor ze aan boord gingen.

Zelfs een vluchtig ogenblik heeft een rijk verleden,
zijn vrijdag voor zaterdag,
zijn mei die aan juni voorafging.
Het heeft zijn eigen horizonnen, even werkelijk
als die in de veldkijkers van bevelhebbers.

De boom is een populier die hier al jaren wortelt.
De rivier is de Raba die langer stroomt dan vandaag.
Het paadje is niet eergisteren pas
door de struiken gebaand.
Om die wolken te kunnen verjagen,
moet de wind ze eerst hierheen hebben gewaaid.

En hoewel in de buurt niets groots gebeurt,
is de wereld daardoor nog niet armer aan details,
niet minder gefundeerd, niet zwakker gedefinieerd
dan toen volksverhuizingen haar in hun greep hielden.

Niet alleen geheime complotten zijn in stilte gehuld.
Niet alleen kroningen gaan van een gevolg van oorzaken vergezeld.
Rond kunnen niet alleen de jubilea van opstanden zijn,
maar ook de omspoelde steentjes aan de waterkant.

Dicht en verstrengeld is het borduursel van de omstandigheden.
De steken van de mier in het gras.
Het gras dat aan de aarde is genaaid.
Het golfpatroon waardoor een twijgje wordt geregen.

Het is zo gegaan dat ik hier ben en kijk.
Boven me fladdert een witte vlinder in de lucht
met vleugeltjes die alleen van hem zijn
en over mijn handen vliegt zijn schaduw,
geen andere, niet zomaar een, alleen de zijne.

Wanneer ik zoiets zie, verlaat me altijd de zekerheid
dat wat belangrijk is
belangrijker is dan wat onbelangrijk is.

1993


Vevolg van gisteren.


Een van die door Marjoleine de Vos bewonderde schrijvers is de Poolse dichteres Wislawa Szymborska. Van haar citeert De Vos, in vertaling van Gerard Rasch, dit gedicht en voegt er dit aan toe:

Iedereen heeft het zo vaak over bewust leven. Elke religie of levensleer probeert ons zó te leren leven dat we met hoofd en hart bij de dingen zijn die we doen – wat die dingen ook zijn. Een taart bakken of een kuil scheppen, een koolmees is niet minder onze aandacht waard dan een opera, de geringste sensaties tellen even zwaar mee als de allerbelangrijkste. 
Mmm ja. Dat betekent dat je niet moet bepalen wat belangrijk en wat onbelangrijk is?
De Poolse dichteres Wislawa Szymborska schreef eens een gedicht helemaal vol van het onbelangrijke – gewoon over het zitten onder een boom. […]

Iedereen kent het nut van het nuttige, maar niemand kent het nut van het nutteloze, schreef de Chinese taoïst Zhuang Zi. En Szymborska zegt het hem in zekere zin na in de laatste strofe.
Dat is grappig paradoxaal, het belang van het onbelangrijke is eigenlijk iets onbestaanbaars. We praten over nut en belang alsof we precies weten wat dat is. We weten in ieder geval makkelijk onderscheid te maken: de oorlog in Oekraïne is belangrijk, een mier die door het gras loopt niet. Het lijden van de mensen is belangrijk, dat jij hoofdpijn hebt, of zelfs dat je kanker hebt, niet. 
En dat is óók allemaal waar. Dus dat is niet de tegenstelling, dat kan niet zijn wat Szymborska bedoelde en in ieder geval is het niet wat ik bedoel. Het moet, dunkt me, gaan om een andere houding, een waarin niet steeds nut en noodzaak in het middelpunt staan en wij mensen aan de top van alles, maar waarin je je onderdeel voelt van een groter geheel, niet belangrijker of onbelangrijker, al is ook iedereen het middelpunt van zijn eigen wereld, logischerwijs.
Tegen de stam van de iep kruipt een grote bonte specht wat omhoog en wat naar beneden, hamert ijverig een paar insecten tevoorschijn. Druk bezig. Net zo druk als ik hier achter mijn bureau en we zijn alle twee onderdeel van de wereld. Natuurlijk denken we hiërarchisch, dat kan niet anders en het is ook vaak zinvol, anders krijg je niets gedaan. Het gaat om de heen-en-weerbeweging van groot naar klein, van de oorlog naar die ene specifieke vlinder die over je heen vliegt op die ene middag onder die boom – een middag die je later niet onthouden zult hebben, maar die er wel was en onderdeel uitmaakte van alles wat je leven is.

Wordt vervolgd.

Archief 2024