Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z),
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 40 - 528-530. Drs. P: In Pieterburen... [1/2]

dinsdag 08 oktober 2024

In Pieterburen heeft men mij gevonden
Gekocht en meegenomen in een vaart
En kort daarna naar Amsterdam gezonden
Tot slot, om mijn vertelling af te ronden
Nog dit gezegd: ik ben een poezenkaart

2024

 




Van het achterplat van De hartelijke poezen van Drs. P
Bij het grote publiek is Drs. P vooral bekend van liedjes als VeerpontDodenrit en Knolraap en lof, schorseneren en prei. Hoe productief hij ook naast zijn openbare carrière was, werd pas duidelijk na zijn overlijden toen in zijn nalatenschap een verrassende ontdekking werd gedaan: Drs. P bleek zo’n dertig jaar lang minstens eenmaal per week een berijmde ansichtkaart naar zijn vrouw Mieke te hebben gestuurd. De honderden kaarten en verzen hebben één ding met elkaar gemeen: ze gaan allemaal over poezen, de gezamenlijke passie van het echtpaar Polzer. Voor deze bundel selecteerde zijn biograaf Michèl de Jong de mooiste, grappigste en aandoenlijkste exemplaren.

 



Met weemoed denk ik aan mijn jonge jaren
Toen wist men van respect en goed gedrag
Maar wat ik nu voortdurend moet ervaren…
Men heeft geen eerbied voor mijn grijze haren
En zelfs mijn bril oogst nergens meer ontzag


Het was biograaf Michèl de Jong zelf die de bijna duizend poezenkaarten ontdekte in de papieren nalatenschap van Drs. P, oftewel Heinz Polzer (1919-2015). Alle zijn voorzien van een vijfregelig rijm in jambes en met als rijmschema a - b - a - a - b. Kwintijnen noemde hij deze zelfbedachte versvorm.
Mieke bewaarde ze in fotomapjes – stuk voor stuk. In 1986 stuurt Drs. P de eerste. Aanleiding? Michèl de Jong in zijn inleiding:
Het lijkt er […] op dat de kattengedichten niet zozeer voortvloeiden uit Heinz’ professionele bezigheden, maar dat er een persoonlijke aanleiding moet zijn geweest. Het is namelijk opvallend dat de vroegste kaarten dateren uit een periode dat Mieke wel een opbeurend woord van haar echtgenoot kon gebruiken. In 1986 raakte zij in een conflict verzeild op haar werk bij het Nederlands Theaterinstituut, waar zij veertien jaar eerder was aangenomen als directiesecretaresse. Gaandeweg was haar ooit zo verantwoordelijke rol met bijbehorende waardigheid echter uitgekleed tot een veredelde portiersbaan. Miekes onvrede over deze degradatie, die ze als een onverdraaglijke vernedering ervoer, liep hoog op en werd uiteindelijk een zaak voor advocaten. Het is goed voorstelbaar dat Heinz haar in deze moeilijke tijd een hart onder de riem heeft willen steken door haar wekelijks te verblijden met een berijmde prentbriefkaart over haar lievelingsdieren.


Deze foto is niet de voorkant van de ansichtkaart met onder-
staand gedicht, maar is qua afbeelding wel (bijna) identiek.


Waarheen heeft toch dat diertje zich begeven
Dat ik zo-even nog hier ergens zag?
Het was er – maar waar is het dan gebleven?
Er zijn zo van die raadsels in het leven
Bijvoorbeeld: komt het ooit weer voor de dag?

Wordt vervolgd.

Archief 2024