donderdag 12 september 2024
[Kijk en luister hier]
Het gaat niet altijd goed met mij, vaak zelfs ronduit slecht
Meestal ben ik met mezelf en alles in gevecht
Toch denk ik vaak als ik weer boos mijn voordeurstoepje boen
Wel fijn dat ik het niet met Andries Knevel hoef te doen
Ook ben ik vaak verdrietig, heb ik het weer eens verbruid
Zo is het weer aan met iemand, zo is het weer uit
Maar zelfs al zit ik snikkend op een bank in het plantsoen
Dan denk ik: fijn dat ik het niet met Andries Knevel hoef te doen
Ik ben ook eens opgenomen, want ik was volkomen knots
Ik sneed mezelf met messen en ik zat onder de kots
Ik riep toen ze me haalden voor het gekkenpaviljoen
Als ik het daar maar niet met Andries Knevel hoef te doen
Liever met een paard of met een schaap of een kameel
Dan dat ik mijn lakens met Andries Knevel deel
Liever midden in de nacht in een moeras verdwaald
Dan dat Andries Knevel plots zijn ding tevoorschijn haalt
Ik word liever in een UFO door een marsman meegenomen
Dan dat ik Andries Knevel tot een hoogtepunt voel komen
Liever in een buitenwijk tongen met Henk Binnendijk
Ook al zie ik dan waarschijnlijk helemaal geel en groen
Als ik het maar niet met Andries Knevel hoef te doen
Ik zie me op mijn sterfbed, eindelijk tot rust
Al die nare angsten van me eindelijk gesust
En denk terwijl me dierb’ren droevig om m’n sponde staan
Wel fijn dat ik het nooit met Andries knevel heb gedaan
Maar dan sta ik voor de hemelpoort en word daar opgewacht
Door God en zo en o mijn hemel, als ik het niet dacht
Ik zie hem staan en God zegt: Je mag heus naar binnen gaan
Maar pas als je het eerst…. met Andries Knevel hebt gedaan
2002
De VARAgids bedacht de rubriek De beste grap aller tijden. Een half jaar lang nomineerden collega-grappenmakers en grapdeskundigen humoristische liedjes en sketches uit het theater- en televisieaanbod van alle tijden en uit alle werelddelen; in het weekblad motiveerden ze hun keuzes. Nadat de jury, bestaande uit VARAgids-redacteuren en voorzitter André van Duin, een top drie had samengesteld, mocht laatstgenoemde de knoop doorhakken. Van Duin koos niet voor The funniest joke of alle time van Monty Python en evenmin voor Kindje op het stuur van Herman Finkers, maar voor het lied Andries Knevel van Brigitte Kaandorp.
De VARAgids (nummer 37, 14-20 september):
Van Duin: […] ‘Ik vind het zelf altijd moeilijk om mensen persoonlijk aan te vallen, maar zij doet dat op een heel leuke manier. Ik begreep dat Andries Knevel er zelf ook smakelijk om kan lachen, maar ja: je kunt ook bijna niet anders als er zo’n nummer over je wordt geschreven Het zit tekstueel ook erg goed in elkaar. Het gaat van erg naar erger, tot uiteindelijk de climax komt, bij God aan de Hemelpoort. […]’
Vuurwerk, champagne, klaroengeschal!
We bellen de winnares meteen om het heugelijke nieuws mee te delen. Vanaf haar vakantieadres laat ze weten blij verrast te zijn met de uitverkiezing. ‘Ik ben onmetelijk trots, dat begrijp je. Dit is natuurlijk de kroon op mijn werk.’ Het lied stamt uit 2002. Weet ze nog hoe ze het heeft geschreven? ‘Ik fietste onder het viaduct bij de Zijlweg in Haarlem en opeens schoot die zin door mijn hoofd: ‘Als ik het maar niet met Andries Knevel hoef te doen.’ Dan weet je: dit is een lied. Ik moest het alleen nog even schrijven. Dat heb ik overigens samen gedaan met Theo Nijland, die mag zeker niet onvermeld blijven. De tekst was vrij snel klaar. Ik heb het eerst nog met andere namen geprobeerd – Gerard Joling, André Hazes, Ivo Niehe – maar ze haalden het allemaal niet bij Andries Knevel. Hij heeft alles: die heerlijke naam, dat strenge imago, hij was in die tijd ook nog directeur van de EO… Hij is, kortom, een heel fijn figuur om het niet mee te hoeven doen. Later heb ik hem een beetje leren kennen en bleek het een heel aardige man te zijn. Ik was eens te gat in zijn talkshow Knevel & Van den Brink. Ik mocht het lied niet zingen, ze vonden de tekst te scabreus bij de EO, maar ik mocht er wel over praten. Toen heb ik eerlijk tegen hem gezegd: er zijn mannen met wie ik het nóg minder graag zou willen doen dan met jou. ‘Wie dan?’ vroeg hij, waarop ik antwoordde: ‘Tijs van den Brink.’ Later hoorde ik trouwens van zijn dochter dat de hele familie Knevel dit lied als ringtone op haar telefoon heeft staan. Dat vind ik dan wel weer heel grappig. Andries Knevel zelf kan er gelukkig ook om lachen. Ik heb hem weleens gevraagd: “Andries, vind je het erg als ik dit nummer af en toe nog zing, als toegift?” “Nee hoor, dat mag”, antwoordde hij.’
Natuurlijk konden we het niet laten om het onderwerp zelf ook even om een reactie te vragen. Andries Knevel begint te lachen als hij hoort waarover we hem bellen. ‘Niets ten nadele van dit lied, maar waren er geen betere cabaretteksten?’ […] Knevel wordt nog steeds met het lied geconfronteerd, al gebeurt dat niet meer zo vaak als vroeger. ‘In die begintijd, toen het lied net uit was, merkte ik dat mensen soms besmuikt naar me keken in de gangen van het EO-gebouw. Het gebeurde ook weleens dat de laptops snel werden dichtgeklapt als ik ergens binnenkwam. Dan wist je: ze hebben naar dat nummer zitten luisteren. Ik heb er zelf altijd om kunnen lachen. Daarom hebben we haar ook uitgenodigd in Knevel & Van den Brink. Het duurde overigens wel een paar jaar voordat ze durfde te komen, maar sindsdien hebben we een leuke band. Ze heeft zelfs nog iets geschreven voor het vriendenboekje dat ik kreeg voor mijn zestigste verjaardag. Dat zegt toch wel wat.’