dinsdag 20 augustus 2024
Waar we, tussen kaatsbellen en Fuck Elise door,
nobiel ten prooi vallen aan zware einderzucht
Waar de coupékaper staat te kraaiennesten
en waar menig sneuvelambitie door verstekvreugde
wordt overstemd, en het verschraalde cadeux
met huicheljuichen door de schoongenoten als een struis-
vogelplan ontvangen wordt
Waar het hamerglas het rekgesprekje
donderslags kapotverbetert en de nesties
pliederen op de tonen van de nevergreens
Waar op bakerdag de zelfdenker en zijn eergenote
wonderdanig digidolen, tussen de had-ik-maartjes
en de nog-eventjes, slechts één struikelklik
verwijderd van de verdingesing van elkaar
Waar we huidsig sopperen, anaroom en overouderd,
de estafetteheur en het memoiroma
ternauwernood negerend
Waar we, door retrogêne gedreven,
haastig lopen te paniekdozen en de diggelideeën
door blunderdrang in een door kruiptijd
eeuwig lijkend zigzagje gevangen zijn
Daar, ja daar, tussen het breinpuin,
schiet het ontbreekwoord te hulp,
schiet nooit tekort, schiet altijd raak
en fluistert op troostend zachte toon:
Het is niet onopgemerkt gebleven
dus rust nu maar, mijn vriend
het is gelust.
2023
In het voorjaar van 2022 startte in het Vlaamse Radio-1-programma Nieuwe feiten de rubriek het ontbreekwoord. Daarin gaat onze landgenoot Rick de Leeuw – bekend als zanger en schrijver – elke week met hulp van luisteraars en goede raad van Vlaming Ruud Hendrickx – taalkundige en hoofdredacteur van de Dikke Van Dale – op zoek naar woorden die de Nederlandse taal niet kent, maar die dat bestaansrecht wel verdienen. Ontbreekwoorden dus. Op die wijze ontstonden hamerglas, kapotverbeteren, einderzucht, overouderen, huicheljuichen, sopperen en tientallen andere neologismen. Dubbeldag is er ook zo een:
We kennen het allemaal als ‘de derde keer trakteren’. Je wandelt over straat, je fietst door de buurt of je gaat op je werk even naar een andere afdeling en je komt iemand voor de tweede keer tegen. De eerste keer had je al vriendelijk goedendag gezegd, maar wat zeg je die tweede keer tegen diezelfde persoon? Inderdaad: ‘de derde leer trakteren.’ In Wallonië en Frankrijk hebben ze het gemakkelijker dan bij ons, daar begroet je die persoon de tweede keer gewoon met een opgeruimd ‘rebonjour’. Zo simpel kan het leven zijn en zo simpel willen wij het hier eigenlijk ook. Vandaar onze vraag: hoe vertalen we dat heerlijke treffende ‘rebonjour’?
De top-7 van (honderden) luisteraars die reageren: Bisgegroet, Herhallo (alleen dat woord is al goed voor vijftig inzendingen), Dagmaals, Weergegroet, Wederdag, Beterdag en Dubbeldag. Ruud Hendrickx:
Laat ik maar kiezen voor ‘dubbeldag’, met zijn vrolijke herhaling van de d. De gewone groet ‘dag’ zit erin, waardoor je ook ‘dubbeldag’ als een groet kunt laten klinken. Je moet het dan wel met gemeend enthousiasme door de ruimte laten galmen. En geef toe, ‘dubbeldag’ klinkt veel zonniger dan ‘herhallo’.
En wat een hamerslag of einderzucht is? Dat is te lezen in de twee ontbreekwoordenboeken die inmiddels verschenen zijn. Daarin vind je ook de twee Rick de Leeuw-gelegenheidsgedichten van vandaag.
Tongpuntertje
Als we op deze zonnegure waandag
de kachelaar begekken tot hij de
terplekkernij mokermoe terzijde schuift
Als de multiprutser fautocorrectie op fautocorrectie
stapelt en het dageraadsel, door vergewisdwang
gedreven, een zoveelste zonderonde maakt
Als we de traplifters zorgvuldig kwijtruimen op
een fantoomplek terwijl de pleknapper zich,
gekleed in snuffelgoed, hopeloos vastrijdt
in de schlemielfile en de kersthaas met haar
falline speels haar lepeltjesverdriet verzacht
Als we, dubbeldag mompelend, de euhm-erlebnis
verwerken en de dageraadcoalitie, verlamd
door leeswee, de meerschijn met een
sluimerslag van het settelvet ontdoet
Als de door spiegelnood getroffen redebreker
zwijgt en zelfs de dwarswerker thuizig buigt,
weten we eindelijk zeker wat we zo graag
zeker weten willen: het komt allemaal goed.
2024