maandag 12 augustus 2024
Heimwee naar Kouwenaar [1]
Je staat vaak een langer been dan men hoopte
je huilt vaak een verder woord dan men drooghield
men wil een taal van fijne oliën en vetten die bevallige
verbeelding sticht die tokkelt op de blues, men wil
zijn zomers niet tellen en een sneeuwpop die weer smelt
men wil jou eigen maken tot een mooie grijze rook
op het afgelegde veld als men langzaam gaat ontbreken
men wil jou niet en daarom breek je steeds het woord
dat het ze schendt en pijnigt en ten einde nog verzoent.
2003
[1]
Robert Anker in Oud worden, dat doe je ook maar voor het eerst. Gerrit Kouwenaar 80. Een hommage (2003).
‘Recente uitgaven’ schrijf ik (zie hier), met daarachter het jaartal 2023, terwijl dat augustus 2024 allang niet zo recent meer is. Maar sinds de boeken van, in alfabetische volgorde, Fortuin, Van Hengel en Kusters vorig jaar verschenen, sjouw ik die overal mee naartoe, zoals onlangs weer naar Frankrijk. En over de beide boeken van Enquist schreef ik al eerder (zie hier). Maar omdat haar naam vaak valt in die drie andere uitgaven, liggen ook die inmiddels op dat stapeltje binnen handbereik.
Ik sjouw ze overal mee naar toe, maar besteedde er nog geen aandacht aan. Nu dan eindelijk wel.
Voor Gerrit Kouwenaar [2]
Gelukkig dat zij jou als zoon had, je moeder
En gelukkig dat je er bent
Ratelend remmend op de
Racefiets van je vers
In dat gedicht van langgeleden en vandaag
Tussen tantes met hun gloeiend water en de
Koeken door je ooms gesneden. –
Omdat je er bent
Uitermate dichter in een
Wereld die elke dag
Eerder dichterbij dan toen ruikt
Naar de brandgeur in de jas van je vader. –
Achter je radeloze fonemen
Aan redelijke rafels geschreven
Raad ik het: je kunt het, Gerrit, stenen verzachten
[2]
Hugo Claus in De Sporen (1993).
Wordt vervolgd.