Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 32 - 435-436. Rutger Kopland: Het ontelbare

zondag 11 augustus 2024

Het ontelbare [1] 

We zaten te drinken en te kijken over de rivier
tot waar de wereld in de hemel verdween
en terug naar de tafel, de flessen, de glazen

een avond voor een gesprek, over de dingen
de dingen die groter zijn dan wij

ineens verscheen in de hemel een zwerm spreeuwen
een enorme, een geweldige dansende wolk vogels
daarmee begon het

was die zwerm niet het levend bewijs zei iemand
dat getallen ontelbaar groot kunnen zijn
het schouwspel had hem aan het denken gezet

toen begonnen we met zijn allen verder te denken
als er meer getallen waren en nog grotere dan
we al kennen, dan rezen er vragen

hoeveel getallen zouden dat zijn, hoe groot
waren ze dan, zouden wij hen ooit kunnen denken
ooit kunnen zien

en bovendien, wat wilden ze dan met ons
en wij met hen

er waren veel meer vragen, de meeste ben ik vergeten
maar ik weet nog dat wij diep in de nacht
weer uitkwamen bij het begin

hoe wij dat ontelbare aantal vogels zagen
hoe overrompeld wij waren

inmiddels was de hemel bezaaid geraakt met sterren

2003

[1]
Rutger Kopland in Oud worden, dat doe je ook maar voor het eerst. Gerrit Kouwenaar 80. Een hommage (2003).






Vervolg van gisteren.


Gerrit Kouwenaar (1923-2014) is een van de belangrijkste dichters uit de geschiedenis van de Nederlandse literatuur en daarom is het zo verheugend dat er een aantal pleitbezorgers is dat met kennis en hartstocht schrijft over de man en zijn werk. Zoals Anna Enquist, die in Een tuin in de winter (2017) zo ingrijpend haar herinneringen aan hem optekent en in Van woorden gemaakt (idem 2017) zijn mooiste gedichten selecteert en inleidt.







En zoals Mirjam van Hengel, zijn redacteur bij uitgeverij Querido en bezorger van zijn
Verzamelde gedichten (2023), die zij met persoonlijke notities uitleidt. En zoals Wiel Kusters, collega-dichter die door zijn publicaties geldt als groot kenner van Kouwenaars werk. Recent verscheen van zijn hand Morgen wordt het voor iedereen maandag (2023), een biografie over Kouwenaars leven tijdens de tweede wereldoorlog en de eerste jaren daarna.








Alle drie - Enquist, Van Hengel en Kusters - zijn goed bevriend met hem en Enquist en Van Hengel zijn zelfs Kouwenaars steun en toeverlaat in de laatste jaren van zijn leven. Journalist Arjen Fortuin is niet bevriend met Kouwenaar en kent hem slechts van een enkele ontmoeting (voor een interview). Hij is de auteur van de indrukwekkende biografie
Men moet (2023). 







Architectuur [2]

Huizen die je vergeet, hele straten die je vergeet
alles wat bij je is zonder dat je het weet, zonder dat
je erop let en dan is er ineens een huis of
een prachtig gebouw dat je ziet. Wat is er veel

voor gebruikt, spijkers en beton, de hardste lijm,
zink en hout en maanden van arbeid en nu weet je het,
dringt het tot je door, ’t is hier neergezet zodat jij
het ooit zal kunnen zien, dat het er is in die 
paar seconden dat jij ernaar zult kijken.


[2]
K. Schippers in
Oud worden, dat doe je ook maar voor het eerst. Gerrit Kouwenaar 80. Een hommage (2003).


Wordt vervolgd.


Archief 2024