Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 31 - 425-428. Shel Silverstein: Leo Liegbeest [8/9]

woensdag 07 augustus 2024

Leo liegbeest [1]

Het grote liegbeest Leo
Liegt alles bij elkaar.
Hij zegt dat hij al honderd is
In plaats van pas vijf jaar.
Zijn huis, zegt hij, staat op de maan,
Hij zegt dat hij ooit vloog.
Hij zegt dat hij twee meter is
In plaats van half zo hoog.
Hij zegt dat hij miljoenen heeft,
Maar hij heeft het niet breed.
Hij zegt dat hij een tijdje terug
Nog dinosaurus reed.
Zijn moeder, zegt hij, is de maan,
Die werkt met toverkruid.
Zijn vader, zegt hij, is de wind,
Die ’s morgens klokken luidt.
Een steen verandert als hij wil,
Zegt hij, meteen in goud. 
En grijpt hij naar een kooltje vuur
Dan wordt dat ijzig koud.
Hij bracht vier elfjes, naar hij zei,
Voor mij als hulpjes mee.
Maar Leo is een liegbeest – 
Het waren er maar twee.

[1]
Shel Silverstein, in vertaling Driek van Wissen.

1998

Vervolg van gisteren.


Tot slot nog drie van de zevende vertaler van Falling Up: Ivo de Wijs.

Tandarts Jan

Dandarts Dan is een man
Die mij daldijd delpen kan
Want hij weinigt wijn gewit
Met weperwunt en wart op wit
En taarna tult hij alle taatjes
Met tauwgum en met tjotolaatjes.
Dang door de dandarts den ik diet.
Welwee, ik wing een wolijk wied:
‘Piep-piep-poera!
Piep-piep-poera!’
Dals ik daar Dandarts Dan doe ga!


Kersthond






Ik heb een nieuw baantje als waakhond
In de stille en heilige nacht
Het is Kerstmis, de kinderen slapen
En ik houd behoedzaam de wacht.

Wat hoor ik toch? Katten? Of muizen?
Ssst – ik hoor een merkwaardig geluid:
Een inbreker wurmt zich naar binnen
Met een zak op z’n rug voor z’n buit

Ik bijt ‘m bekwaam in z’n billen
Hij slaat met z’n slee op de vlucht
Z’n zes rare paarden verbleken
En ze springen een gat in de lucht

Het is Kerstmis, de kinderen slapen
En ik, ik houd buiten de wacht
Maar ’r is iets wat ik nogal vreemd vind:
De cadeautjes zijn nog niet gebracht!


Vakantiekamp

Ik moet naar Kamp Vakantievreugd
Bij de Bergen van Plezier
In de Heerlijke Valleien
Van de Paradijsrivier.
Ze zeggen me: ‘Er is geen kind
Dat niet met je wil ruilen.’
Maar ik weet nu al wat het wordt:
Het wordt twee weken huilen.


Wordt vervolgd.

Archief 2024