Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 30 - 405-410. Shel Silverstein: Deze brug [4/9]

zaterdag 03 augustus 2024

Deze brug [1]

Je komt met deze brug maar halverwege
naar markten, koepels waar het licht uitstraalt,
naar meisjes die als herten zich bewegen
en naar het bos waarin de eenhoorn dwaalt.
De wonderen van de wereld kwam ik tegen,
op mijn gedichten breng ik je erheen,
tot ik dan terugkeer, halverwege:
de laatste stappen zet je maar alleen. 

[1]
Shel Silverstein in vertaling Willem Wilmink.

1983


Vervolg van gisteren.


Deze brug, het laatste gedicht uit Licht op zolder, ontstijgt de anekdote van deze kindergedichten en gaat over de essentie van poëzie: de dichter die met de lezer een brug slaat tussen realiteit en verbeelding: op mijn gedichten breng ik je erheen […]: de laatste stappen zet je maar alleen.

De afgelopen dagen bracht ik steeds een keuze uit de vertalingen van Shel Silverstein door Willem Wilmink. Maar aan Licht op zolder (1983) en Het randje van de wereld (1985) werkten naast Wilmink ook Thera Coppens en Hans Dorrestijn mee – ieder zelfs met veel meer vertalingen: Wilmink schreef er in totaal ‘slechts’ vijftig, Coppens meer dan honderdtwintig en Dorrestijn bijna negentig. Daarom nu ook van hen beiden enkele Silverstein-vertalingen. Te beginnen met die van Thera Coppens:

Spletsj! [2]

Ik ken een verhaal dat is al heel oud
het gaat over koning Midas of zoiets
alles wat hij aanraakte veranderde in goud
nou, ik heb ook zoiets…
Alles wat ik aanraak verandert in jam
ik doe het niet expres
ik aaide mijn broertje over zijn bol
en meteen hoorde je SPLETSJ!
Vanmorgen gaf ik mijn moeder een kus (plats)
en pakte mijn fiets uit de schuur (blups)
ik wilde gaan zitten op een stoel (splotsj)
en leunde tegen de muur (flats)
ik trok mijn nieuwe schoenen aan (klets)
ik las nog gauw de krant (plosj)
en toen kwam jij op bezoek
geef je me een hand? (blurps)

[2]
Shel Silverstein in vertaling Thera Coppens.


Het lastige bij het vertalen van de boeken van Shel Silverstein is dat hij ook zelfs de bijbehorende tekeningen maakte en dat de vertaler dus niet alleen moet dealen met de tekst, maar ook met de zeggingskracht van de illustratie. Daardoor kan ik geslaagde voorbeelden van het samenvallen van gedicht en beeld in deze rubriek niet kwijt. Zo dicht Thera Coppens over een man die naar een feest gaat en vaststelt dat hij er pico bello uitziet met zijn schoenen, sokken, jasje, stropdas en pet. En toch denk ik bij mezelf dat ik iets vergeten heb. Maar wat? Wat dan? Op de tekening zien we een mannetje staan in zijn blote kont. 

De Ikkewie met de Preciewat [3]

Klop klop!
     Wie is daar?
Ikke!
     Ikke wie?
Dat klopt!
     Wat klopt?
Ikkewie!
     Dat wil ik wel ‘ns weten!
Wat wil je dan weten?
     Ikke wie?
Ja, precies!
     Precies wat?
Ja, ik heb een Precieswat aan de ketting.
     Een… precies wát aan de ketting?
Ja!
     Ja wát?
Nee, een Precieswat!
     Dat wil ik juist weten!
Maar dat zeg ik je toch – Precieswat!
     Precies wat?
Ja!
     Ja wat?
Ik heb hem bij me!
     Wat heb je bij je?
De Precieswat - iike heb hem bij me.
     Ikke wie?
Ja!
     Ga weg!

Klop klop…

[3]
Shel Silverstein in vertaling Thera Coppens.


31 december 1982 eindigde Freek de Jonge zijn eerste oudejaarsconference, getiteld De Openbaring, met dit gedicht:

alles is gedaan
niets helpt
doe niets

overal komt narigheid van
nergens is vrede
wees nergens

iedereen heeft haast
iedereen is ongeduldig
niemand heeft tijd
niemand is volmaakt

wees niemand


Een jaar eerder, in 1981, verscheen van Shel Silverstein A light in the Attic, de bundel die in het Nederlands Licht op zolder gaat heten. Daarin staat het gedicht Nobody:

Nobody loves me, nobody cares,
Nobody picks me peaches and pears.
Nobody offers me candy and Cokes,
Nobody listens and laughs at me jokes.
Nobody helps when I get into a fight,
Nobody does all my homework at night.
Nobody misses me,
Nobody cries,
Nobody thinks I'm a wonderful guy.
So, if you ask me who's my best friend, in a whiz,
I'll stand up and tell you NOBODY is!
But yesterday night I got quite a scare
I woke up and Nobody just WASN'T there!
I called out and reached for Nobody's hand,
In the darkness where Nobody usually stands,
Then I poked through the house, in each cranny and nook,
But I found SOMEBODY each place that I looked.
I seached till I'm tired, and now with the dawn,
There's no doubt about it-
NOBODY'S GONE!


Het zou zomaar kunnen dat dit gedicht Freek de Jonge een jaar later inspireerde tot dat slot. Thera Coppens vertaalde Nobody als volgt:

Niemand [4]

Niemand houdt van me
niemand staat me bij
niemand plukt appels en peren voor mij
niemand geeft me cola en lekkere hapjes
niemand luistert en lacht om mijn grapjes
niemand komt te hulp als iemand me slaat
niemand heeft ’s nachts al mijn huiswerk gemaakt
niemand mist me
niemand heeft me verwend
niemand vindt mij een fantastische vent.
Dus als je me vraagt wie mijn beste vriend is
dan zeg ik meteen dat NIEMAND dat is.
Maar gisteren heb ik bitter geschreid
midden in de nacht was ik niemand kwijt.
Gewoonlijk staat niemand tegen de wand
ik riep en tastte naar niemands hand
ik zocht overal in hoeken en gaten
maar overal hoorde ik IEMAND praten.
En doodmoe bij het ochtendgloren
stelde ik vast: 
ik heb NIEMAND verloren.

[4]
Shel Silverstein in vertaling Thera Coppens.


Ik eindig de bijdragen van Thera Coppens met een kort vers:

Onderzoek [5]

Ik ging naar de dokter
hij stak zijn hand in mijn keel
hij trok er een schoen uit
een trein en een rail.
Hij trok er een schaats uit
het zadel van een fiets
een speelgoedbootje
maar verder niets.
Toen zei de dokter:
‘Niet vergeten, 
voortaan 
voorzichtig aan 
met eten.’

[5]
Shel Silverstein in vertaling Thera Coppens.


Wordt vervolgd.

Archief 2024