Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z),
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 30 - 402-404. Shel Silverstein: Gekinderlokt

vrijdag 02 augustus 2024

Gekinderlokt [1]

Vanmorgen werd ik ontvoerd 
door drie gemaskerde mannen. 
Ze hielden me aan op straat,
ze wilden me snoepjes geven
en toen ik die niet aannam, 
greep eentje me in de kraag, 
draaide mijn arm op mijn rug 
en gooide me achterin 
een Amerikaanse auto,
nadat hij me geboeid had
met een zware, verroeste ketting.
Ze hadden me ook geblinddoekt,
dat ik niet zag waar ik heenging
en katoen in mijn oren gestopt
dat ik ze niet kon verstaan.
Na zo’n dertig kilometer,
na zo ongeveer twintig minuten, 
brachten ze mij uit de auto
naar een vochtige, tochtige kelder, 
smeten me daar in een hoek
en gingen het losgeld halen.
Eentje bleef bij me achter
met een schietgeweer op mijn maag: 
als ik weg wou, schoot hij me neer. 
Daarom ben ik te laat, meneer. 

[1] 
Vertaling Willem Wilmink.

1983


Vervolg van gisteren.

De vertalers, dus ook Wilmink, waren op hun sterkst, dankzij hun ervaring, hun muzikaliteit, hun woordenrijkdom, hun met Silverstein gedeelde fantasie. In bibliografieën van Wilmink vind je echterLicht op zolder en Het randje van de wereld [2] zelden terug. Ten onrechte, lees zijn vijftig vertaalde verzen er maar op na,.
Wilmink woonde in die tijd met zijn vrouw in een nieuwbouwwijk aan de rand van Zeist. Daar heb ik hem meermalen bezocht, om samen de eerste keuze uit Silverstein te maken, een voorrecht dat Hans en Thera hem gunden. Dat betekende wel dat Thera 120 gedichten en Hans 80 gedichten moesten vertalen.






[2]
Het randje van de wereld is het vervolg, uit 1985, op Licht op zolder. Ook nu zijn de meeste vertalingen van Thera Coppens (zestig) en Hans Dorrestijn (vijfenveertig); Wilmink vertaalde er deze keer slechts twaalf.


De kameel heeft een beha [3]

De kameel heeft een beha,
dat leek ons alleszins redelijk,
de kameel heeft een beha,
want haar bulten waren onzedelijk.
Wij zijn van de Goede Zeden Bond
met het woord ‘aanstoot’ voor in de mond.
Straks breien wij ook nog een broek voor uw hond,
de kameel heeft al een beha.

De kameel heeft een beha,
dat leek ons volstrekt onvermijdelijk,
de kameel heeft een beha,
zelf denkt ze nog: dit is voor tijdelijk.
Ontzettend nauwlettend zien wij toe
op naaktheid, onkuisheid en vies gedoe.
Ons volgende slachtoffer is de koe,
de kameel heeft al een beha.

[3]
Shel Silverstein in vertaling Willem Wilmink.


Bijkomend, en niet onbelangrijk boek dat ik mocht uitgeven was Mijn broer, Wilminks studie van gedichten van Hendrik de Vries. Gepubliceerd als tweede deel in de serie De Prom Bibliofiel. Sinds Wilmink al elfjarige Hendrik de Vries las, was hij de Groningse dichter als zijn geestelijke grote broer blijven beschouwen. Dat bleek ook toen hij in Tilburg promoveerde op Hendrik de Vries, een promotie die Wilmink gegund was. Anders kan ik deze merkwaardige bijeenkomst op 15 december 1988 niet noemen. De stellingen waren didactisch en luchtig van toon. Zoals deze: ‘Onze sympathie voor Pinokkio wordt voor een groot deel veroorzaakt doordat de verteller voortdurend op hem moppert.’
 

Zebravragen [4]

Ik vroeg de zebra:
Ben je zwart met witte strepen?
Of wit met zwarte strepen?
Toen vroeg de zebra:
Ben jij goed met slechte trekjes?
Of slecht met goede trekjes?
Ben je soms een druktemaker?
Of soms geen druktemaker?
Pessimist, maar soms heel hoopvol?
Optimist, maar soms neerslachtig?
Sloddervos met natte kantjes?
Nette vent met slodderkantjes?
Dikwijls lief, maar toch vervelend?
Vaak vervelend, maar toch lief?
En hij ging maar door.
En hij ging maar door.
En hij ging maar door.
Dus nu begrijp je wel
dat ik een zebra nooit
een streepjesvraag meer stel.

[4]
Shel Silverstein in  vertaling Willem Wilmink.

Wordt vervolgd.

Archief 2024