dinsdag 30 juli 2024
Als mijn hart zich maar niet sluit!
Iedereen kent een verhaal over schaamte, over eindeloos hulpeloos,
maar vergeet de waarheid en sluit je aan bij het sletcircus.
Hang verliefd aan de trapeze, aanbid alles wat je kunt likken
en schrijf geheimen op je onderbroek, want hoezo is liefde moedig?
Ik schrijf dit gedicht met badwater en jij vertelt over mannen in jurken,
vrouwen die hun vriendin als trouwring dragen.
Niet vallen lieveling, hou me vast van links naar rechts en stop met het verkopen
van angst. Een ambulance scheurt door de piste, vijf dragqueens tuimelen eruit
en bekogelen het publiek met natte biefstuk, mijn ‘ik hou van jou’ mengt met de sirene.
Jij stelt voor om te gaan zwemmen in de olifantenfontein. Was ik maar dat water
om jouw huid heen, zing mijn lichaam klein zodat ik onder je nagels kan kruipen,
jij me in kan ademen tot ik door je longen naar je hart glij,
kamer in, kamer uit met salto’s en vlinderslagen.
Want mijn liefde is het mooiste aan mij, alles wat ik wil van de wereld.
Jij die me zal vangen, nooit laten glippen, al vanaf de eerste keer dat ik jouw vingers zag
wist ik die zijn goed antislip, we dragen veren en buigen en zingen
en het publiek maar applaudisseren voor onze tederheid, voor glitter en de
eenzaamheid, we weten wie we zijn en we wisten het sinds altijd.
2024
Valentijn Hoogenkamp (Zaandam, 1986) schreef in opdracht van de Stichting CPNB een Regenbooggedicht in het kader van Queer & Pride Amsterdam, dat van 3 juli tot 4 augustus loopt. De stichting verspreidt het via sociale media en Hoogenkamp, die als schrijver bekend staat als onderzoeker van gender en rolpatronen, geeft verschillende grote interviews.
Hoogenkamp over het maakproces van zijn Regenbooggedicht:
Ik vond het een eer, maar voelde ook veel verantwoordelijkheid richting de community. De queer-ervaring is zo verschillend voor zoveel mensen. Maar toen bedacht ik: wat ons misschien het meest van alles verbindt, is dat we elkaar ondanks de schaamte toch opzoeken, met elkaar naar bed gaan en laten zien dat we bestaan.