Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 29 - 391. Guus Luijters: Ode aan Witte... [3/3]

vrijdag 26 juli 2024

Ode aan de Witte de With [*]

De Witte de With heeft geen bomen
de Witte de With heeft geen kleur
de Witte de With kan ik dromen
door zijn bijzondere geur

de Witte de With is geen leven 
de Witte de With is een grens
door de Witte de With rijdt de 7 
in de Witte de With loopt geen mens

Witte de With verkoopt hoeden
de Witte de With is een goot
die iets ergs doet vermoeden
over Witte de With en de dood 

de Witte de With staat vol kerken
en is van bedenklijk allooi 
ik zou er niet willen sterven
maar de Witte de With is wel mooi

[*] 
En dat is niet de beroemde Rotterdamse straat, maar de Amsterdamse, in de Admiralenbuurt van Amsterdam-West. [FV] 

2000


Vervolg van gisteren.

Interview Het Parool, 15 juni 2024:
Wanneer hij merkte dat hij ziek was. ’Ik begon bloed te plassen en het was duidelijk dat dit niet te wijten viel aan rode bietjes of menstruatie. De oncoloog zei dat het zes maanden kan duren, tot een jaar. Maar als die uitzaaiing in mijn lever even een sprintje trekt kan het ook snel gebeurd zijn.
Vijf jaar geleden kreeg ik te horen dat ik een bepaald soort longkanker had, ik zou nog drie weken te leven hebben. Dat bleek uiteindelijk iets anders te zijn, met een rugwervel. Ik ben toen vreselijk in paniek geraakt, op een manier waar ik me voor schaamde. Dat viel me echt tegen van mezelf. Zo wil ik het niet nog een keer doen.
Het is nieuws dat hard binnenkomt, niemand zit hierop te wachten. Maar ik ben nu 80, over een half jaar word ik 81. Natuurlijk had ik nog 84 kunnen worden, maar ik ben wel zo’n beetje aan de beurt, dat is hoe het leven in elkaar zit. Een vriendin van me vertelde over een melanoom en andere vrienden die ziektes en kuren hadden. Daarna zei ze erbij: het ligt misschien ook een beetje aan onze leeftijd, hè?”
Het is afgeronder dan vijf jaar geleden. Dit moment is redelijk goed gekozen door de verantwoordelijke instanties. Je hoort ook over kinderen die sterven. In mijn geval klopt het wel ongeveer.’

En waarom hij geen chemokuren wil. ‘In het ziekenhuis feliciteerden ze me toen ik dat zei, ze vonden het een erg verstandig besluit. Mijn chemo zou een maand geleden zijn begonnen. Als ik nu terugkijk op die tijd heb ik een prachtige maand achter de rug. Ik heb twee boeken voltooid en ben druk bezig met nog een nieuw boek. Wat voor maand zou ik hebben gehad als ik drie keer per week in het ziekenhuis zat voor chemo?

En over hoe hij nu zijn stad Amsterdam ziet. 
‘Vanaf een bepaalde leeftijd woon je in een dodenstad, een necropolis. Overal waar je komt zie je dood, dood, dood. Je loopt over straat en denkt: in dat huis heeft die gewoond, daar heb ik met die vrouw in bed gelegen. En nu zijn ze allemaal dood. Ik ken veel meer mensen die dood zijn dan die nog leven.
Ik zie ook vaak dode vrienden lopen, in hun toenmalige verschijning, nog jong. Ze gaan altijd net de hoek om, dan zie ik ze van achteren. Veel mensen doen makkelijk afstand van de doden, ik heb een heel pakket dat ik met me meedraag. Dat is begonnen met de eerste dode die ik ooit zag, ik was 4. Die zie ik helaas wel in de dode vorm. De essentie is dat ik hier geen stap buiten de deur kan zetten zonder een confrontatie met de dood. Tegenover mijn huis is een apotheek waar ik K. Schippers voor het laatst zag, met zijn vrouw, vlak voor hij doodging.
Ik heb nog steeds plezier in dezelfde dingen. Mijn geliefde in de eerste plaats. Verder: het buiten zijn, de vlinders, de planten, de bomen. Ouwehoeren met vrienden. Lezen. Ik ben nu Jane Austen aan het herlezen, maar dan achterstevoren, vanaf haar laatste boek.
Als je misschien nog maar zes maanden hebt, krijg je wel een scherper besef van de tijd, die als een razende voortraast. Terugkijkend denk ik: hoe is het mogelijk dat ik zoveel tijd heb weggesmeten? Jaren waarin ik niets meer deed dan een beetje rondhangen.
En ik ben bezig met de voorbereidingen. Mijn vrouw is kerngezond, die kan nog jaren door. Op papier ben ik alles aan het regelen, zodat zij alles kan vinden. Brieven, manuscripten, bijzondere boeken. Om het voorzichtig te zeggen: ik ben nogal een chaoot.
Het is bezig zijn met afwikkelen. Dan kan ik met een gerust hart gaan…’

Archief 2024