Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 29 - 389. Guus Luijters: In de kassen... [1] [1/3]

woensdag 24 juli 2024

In de kassen klinken stemmen


I

Zojuist de dag begonnen met
stilte en een nieuwe maan

een man die in de straat te schreeuwen
staat de tulpen in een groene vaas

de tram die naar het westen raast
de boeken hoog gestapeld het licht

brandt aan de overkant en hoe
het verder gaat geen flauw benul

verwacht geen zekerheden
geboren? ja in Amsterdam

in een smalle straat ik kan je
zelfs een foto laten zien zo'n

straat waarvan er heel wat waren
leeg gestaan toen afgebroken

bewoners weggegaan bestemming
onbekend sindsdien vermist geen

spoor gevonden nooit een raadsel
al zolang ik leef de buurvrouw

weg haar man haar kind haar vader
en haar moeder nu al zoveel jaar

dat voor hun terugkeer wordt
gevreesd waar ze zijn gebleven

niemand die het weet geen mens
spreekt ooit hun naam geen mens  

komt ze nog tegen ze zijn
weggegaan meer valt er niet

te zeggen - maar - nee laten we
zwijgen het is niet aangenaam

over hen te spreken ze zijn weg
dat is genoeg niet voor niets

verdwenen ik doe er dus het zwijgen
toe maar herinner mij hun huizen

de stoelen bij de haard de schemerlamp
de tafel met het kleed de schilderijen

aan de wand het glaswerk
in de glazenkast de klok

op het dressoir de kaarsen
in een kandelaar een vogel

in zijn kooi stoelen haard en
schemerlamp verdwenen net als

kleed en schilderij de kandelaar
heb ik nog een keer zien staan

de eigenaar liet hem taxeren
desgevraagd verklaarde zij


dat het om een erfstuk ging
en dat is waar want heden

rijmt op het verleden en treinen
rijden zelden achteruit zo is

gebleken zeker treinen met
een door ons beschreven

doel dat onafwendbaar
mee zal reizen van de stad

in de provincie naar
de straat bij het station  

dat al zolang is opgeheven
de mensen in de straat leven

er hun leven ze zijn
in de straat geboren hier

zijn ze grootgebracht
droomden ze hun droom

die water door de straten
stromen liet zo hoog als de balkons

waarop ze stonden om de
schilderijen te bespuwen die

als vlotten langs gedreven
kwamen brandend vaak

en slechts bemand door eigen
beeld dat blauw en weerloos

onomkeerbaar glittert als de
waterval die zich van een heuvel

stort in de rivier met vissen
en libellen op weg op weg

naar zee en wij op onze daken
dansten mee want rimpelloos is

het verleden

2003



Voor het eerst in deze rubriek met oorspronkelijk werk: Guus Luijters. Wel nam ik eerder een vertaling van hem op. (Lees hier.)
Voor plotselinge aandacht in deze rubriek is er vaak een aanleiding: een positieve, zoals een literaire prijs, of een negatieve, zoals een onheilstijding. Helaas geldt het laatste voor Guus Luijters, geboren 3 november 1943.
Uit een interview door Robert Vuijsje in Het Parool van 15 juni 2024:

Schrijver Guus Luijters (80) heeft nog enkele maanden te leven, maar schrijft rustig door. Zijn oeuvre, met name zijn werk om Holocaustslachtoffers te herinneren, werd vorige week geëerd. ‘Als er zoveel mooie woorden worden gesproken, zal er wel iets van waar zijn.’

Op 18 april stuurde Guus Luijters een mail aan zijn vrienden.
Lieve Jongens, Van immunotherapie is geen sprake meer. Rest chemo, waarmee ik de zaak op zijn best zes maanden zou kunnen rekken. Waarvan dan drie maanden in chemo-ellende. We hebben besloten niets te doen, te laten gebeuren wat er gebeurt. En dat wachten we dus af en we doen ons best. Ik houd je op de hoogte.

Niet lang ervoor had hij in het OLVG Oost de diagnose gekregen: blaaskanker met uitzaaiingen naar de lever. ‘Vanaf het begin was duidelijk dat dit ongeneeslijke kanker is. Een jonge, zenuwachtige arts kwam de kamer binnen en zei direct: ik heb geen goed nieuws. Daarna moesten we buiten zitten, in afwachting van een nieuw onderzoek. Zulk nieuws komt hard aan, hoor. Ik was met Ruth, mijn vrouw. We gingen daar zitten met een bekertje koffie, om bij te komen. Toen kwam er een man aanlopen die tegen mij begon te schreeuwen: jij zit op mijn stoel. Ik keek om me heen en zei: ik zie nergens staan dat dit jouw stoel is – ik begon kwaad te worden en ruzie te maken met die man. Dat luchtte enorm op, ik had even wat afleiding. Die avond zag ik mijn vrienden en vertelde ze dit verhaal.’
Hard lachend: ‘Zij wisten hoe het in elkaar zat. Die man was een ingehuurde cliniclown om mij op te vrolijken.’


Wordt vervolgd.

Archief 2024