zaterdag 20 juli 2024
Ze vonden donderdag, na uren dreggen,
het lichaam van de man die werd vermist.
Toen de politie alles zeker wist,
zijn twee agenten het zijn vrouw gaan zeggen.
Die huilde niet; ze zat maar wat te staren,
als ging de zaak haar boven het verstand.
Na afloop gaf ze allebei een hand
en voor de moeite ook nog twee sigaren.
Toen is ze het de buurvrouw gaan vertellen,
die daad'lijk aanbood om, als goede buur,
de kind’ren op te wachten om vier uur,
dan kon zij de familie op gaan bellen.
Ze is een telefooncel ingelopen
voor anderhalf uur stamelend verdriet,
maar weer op weg naar huis vergat ze niet
wat extra koffie en wat koek te kopen.
Na het niet aangeroerde avondeten
kwam dan ook de familiestroom op gang,
met telkens weer zo'n natbehuilde wang
tegen haar masker, spierwit en verbeten.
Met opa, die het wel had aan zien komen
en tante, die een weekje blijven wou,
opdat zij minder eenzaam wezen zou,
nu hij zo plotseling was weggenomen.
Nu hebben ze hem gisteren begraven,
met weinig bloemen en met veel misbaar.
De buurt is sindsdien aardig tegen haar,
hoewel ze vroeger nooit veel om haar gaven.
Maar de familie en de vrienden,
door hen wordt ze nog nauwelijks geduld,
die zeggen unaniem: ’’t Is vast haar schuld,
zag je dan niet, dat ze niet één keer griende?’
1970
Hoe wreed kan het zijn: vorige week overleed Theo Moody (86 jaar), die man met wie Wieteke van Dort (81 jaar) al 55 jaar getrouwd is en met wie zij drie kinderen heeft. Twee maanden geleden kreeg Wieteke van Dort de onheilstijding dat zij zelf lijdt aan kanker en niet meer te behandelen is. Maandag 15 juli, een dag voor de crematie van haar echtgenoot, overlijdt zij.
Ik zal me haar personages De Deftige Dame (uit De Stratemakeropzeeshow, 1972-1974), Titia Konijn (uit J.J. de Bom – voorheen De Kindervriend, 1979-1981) en natuurlijk Tante Lien (bedacht in het eerste jaar van diezelfde Stratemakeropzeeshow) altijd herinneren, evenals haar prachtige vertolkingen van liederen van Jan Boerstoel en bovenal Willem Wilmink, steeds op muziek van Harry Bannink.
Ik gedenk haar vandaag en de komende dagen via enkele van die liederen. Een aantal Boerstoel- en Wilmink-klassiekers kwam eerder al voorbij in deze rubriek, zoals Angst voor geluk, Arm Den Haag, Diamanten bruidspaar, Huilen is gezond, Lied anno 1920 en Het meisje spreekt. Maar er zijn nog genoeg pareltjes over. Daaronder Zijn vrouw, in 1970 gezongen door Cabaret Don Quishocking op muziek van Pieter van Empelen en in 1982 door Wieteke van Dort en Harry Bannink hernomen. En daaronder dit lied:
Straten zonder kinderen
Een straat zoals veel straten in veel steden,
zo’n lange armoestraat die wordt gemeden
door de gemeentereiniging.
Een straat uit vele in de schemering.
De straatverlichting zwiept aan hoge draden.
Een claxon krijst. De stemming is geladen.
Het is hier erger dan weleer,
want kinderstemmen hoor je hier niet meer.
Waar je de kinderen helder hoorde roepen,
is het nu stil. Hier staan tot op de stoepen
auto’s krankzinnig dicht opeen.
Daar kan geen dieffie met verlos doorheen.
Dit schemeruur, dit uur zo uitgelezen
voor wie heel jong is en op straat wil wezen,
werd hun ontnomen leeg door het blikken schrikbewind.
Geen lach meer en geen roep. Geen enkel kind.
1983