Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van 2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z),
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z), 
2022-1 (A t/m K), 2022-2 (L t/m Z) 2021-1 (A t/m K), 2021-2 (L t/m Z), 2020-1 
(A t/m K), 2020-2 (L t/m Z), 2019, 20182017 en 2016.

Week 28 - 375-376. Willem Vermandere: Later [7/8]

woensdag 17 juli 2024

‘Later’ wordt altijd maar korter
en ‘vroeger’, dat groeit dag na dag.
Zogezeid word je ouder en wijzer
en toch g’raak je soms wat van slag.
’t Begint hier en daar wat te wringen
en je benen, ze worden wat zwaar;
en de scherpte is weg uit joen oren
en joen ogen, ze zien nie meer klaar.

Kijk naar die bril op mijn neuze
en ’t onzichtbare hoorapparaat;
en je loopt al wat trager den trap op,
zelfs het liefdesspel, ook dat verlaat.
Den dokter geneest al uw kwaaltjes
en de kraker kneedt wonderwel
uw spieren en oeroude knoken
en ie wrijft de courage [1] in uw vel.

En je koestert verder geen plannen, 
geen bouwproject meer in ’t verschiet,
misschien nog wat reizen en zeilen,
nog wat lezen en zingen – meer niet.
Dat ‘later’ krimpt en wordt kleiner,
de toekomst kalft af lied per lied;
je wordt overrompeld deur ‘vroeger’,
deur weemoed en een vleugske verdriet.

‘k Weet zeker dat we later gaan wandelen
deur ’t wuivende hemelsgroen gras
en dan gaan we slapen in ’t zeewier
onder een donsdek van goudgeel vlas.
Van ’vroeger’ zijn we ’t meest al vergeten
en van later zijn we nu nog wat bang;
iets beters gaan we nooit nie verzinnen
dan te zingen, een eeuwigheid lang.

[1] moed

2014


Logboek, woensdag 12 april 2017:
‘Omdat later altijd maar korter wordt en vroeger dag na dag groeit, nodigde ik in 2009 een gezamenlijke vriend uit om naar een voorstelling van Willem Vermandere te komen kijken. Willem wist van onze vriendschap en vroeg vaak naar hem, naar G. Tegen G. zei ik: “Dan kom je pas laat en je gaat ergens achterin zitten. Als je dan besluit dat je Willem na afloop wilt herontmoeten, blijf je. Als je dat niet wilt, ga je meteen weg. Dan heb je hem tenminste weer eens gezien en hoef je je tot niets verplicht te voelen.” Beste lezer, je begrijpt het al: er was iets aan de hand. G. raakte gebrouilleerd met Willem toen de laatste de samenwerking verbrak met een andere vriend van hen beiden. Vooral de manier waarop dat destijds gebeurde, stak G. nog steeds. “Maar we praten over 25 jaar geleden,” zei ik, “en er moet toch een moment komen waarop je over zoiets heen stapt.” Maar G. kon het niet en, koppig als hij was, hij wilde het niet. En dus ging hij niet in op mijn voorstel naar Willems optreden te komen kijken.






Toen G. een jaar later, april 2010, zijn tachtigste verjaardag in mijn theater wilde vieren met enkele muzikale entr’acts, vroeg ik Willem of hij bereid zou zijn de vriendschapshand naar G. uit te steken met een optreden als verrassing. Hij stemde meteen toe. Ik vond dat ik G’s zonen vooraf over mijn voorstel moest informeren. Zij schrokken en vroegen mij meteen om ervan af te zien, omdat zij G’s boosheid en koppigheid als geen ander kennen en bang waren dat hij er ook nu niet overheen zou stappen, wat de feestelijkheden volledig zou bederven.
Ik informeerde Willem en die was zeer teleurgesteld. Ik stelde voor dat hij G. een brief zou schrijven om hem alsnog te feliciteren. Misschien leverde die handreiking iets op. Willem schreef, in zijn beste schoonschrift, bijzonder warm en vriendschappelijk; G. antwoordde hem kil en zakelijk. En daarmee hield alles op.'

’t is, als variatie op het lied hieronder, niet ‘t middel, ’t is ’t doel. Maar die waarheid was aan G’s dovemansoren toen niet besteed.'



Fragment houtskool Willem Vermandere. Collectie Frank Verhallen



Bric à brac

[Beluister hier.]


‘t Is niet den auto, ‘t is de reis,
niet de tafel, ‘t is de spijs,
niet den oven, ‘t is de koek,
niet het meubel, ‘t is het boek;
niet de potten, ‘t is de pap,
niet het lopen, ‘t is de stap,
niet de letters, ‘t is ’t gedicht,
niet de lampe, ‘t is het licht…

‘t Is niet den baksteen, ‘t is het huis,
niet de muren, ‘t is de kluis,
niet de netten, ‘t is de vis,
niet het afscheid, ‘t is ’t gemis;
niet het werken, ‘t is ’t geduld,
niet de straffe, ‘t is de schuld,
niet de noten, ‘t is het lied,
niet de rijmen, ‘t is ’t verdriet…

‘t Is niet ‘t verlangen, ‘t is dien drang,
niet de tonen, ‘t is ’t gezang,
niet het schrijven, ‘t is het woord,
niet het contract, ‘t is het akkoord;
niet het getokkel, ‘t is de sfeer,
niet het zingen, ‘t is het zeer,
niet het koren, ‘t is het brood,
niet het heimwee, ‘t is de nood…

‘t Is niet den akker, ‘t is het graan,
niet het ziek-zijn, ‘t is ’t vergaan,
niet de bloemen, ‘t is den bloei,
niet de regen, ‘t is de groei;
niet de mane, ‘t is de nacht,
niet de zunne, ’t is die kracht,
niet de stove, ‘t is het vuur,
niet de winter, ‘t is den duur…

‘t Is niet ‘t geroddel, ‘t is de smaad,
niet den oorlog, ‘t is de haat,
niet de hoogmoed, ‘t is de schroom,
niet de plannen, ‘t is den droom;
niet het reisdoel, ‘t is de weg,
niet het gelijk, ‘t is ’t overleg,
niet de bergen, ‘t is de kloof,
niet de dogma’s, ‘t is ’t geloof…

Dit is geen lied, ‘t is hakketak;
dit is geen verhaal, ‘t is bric-à-brac.
‘t Is al geknipt, ‘t is al gelijmd,
‘t is al geplakt, ‘t is al gerijmd;
‘t zijn niet de regels, ‘t is het spel,
niet het scheiden, ‘t is ’t vaarwel,
niet van buiten, ‘t is intern,
niet de voorkant, ‘t is de kern…

2003

Archief 2024