Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 28 - 374. Willem Vermandere: Mijn vader [6/8]

dinsdag 16 juli 2024

[Beluister hier.]

Wagenmaker, armoezaaier 
was ons vader levenslang,
aan zijnen draaibank op zijn kloefen 
al de rest had geen belang.
Maar hij had zo’n schone handen,
daarmee speeld’ ie klarinet,
in d’ harmonie Sint-Cecilia, 
tussen tuba en trompet.

Mijn vader, mijn vader, voor u is dit lied,
stroofke leute en stroofke verdriet.

En ie sleep bekwaam zijn beitels, 
kapt’ en boord’ in olm en eik 
en ie rook naar zweet en zaagsel, 
‘t houtkot was zijn koninkrijk. 
Maar op zondag las ie boeken, 
van Jules Verne een groot getal 
en ie vaard’ op den Kon-Tiki, 
‘s zondags was ie Heyerdahl [1].

In zijn jonge wilde jaren 
was ie licht extravagant: 
ie wilde op de zee gaan varen, 
de wereld rond als muzikant. 
Maar veel verder dan de Schelde 
is ons vader nooit gerocht [2] – 
met de Flandria [3] rond Antwerpen 
en daar den dierentuin bezocht.

We liepen dikwijls langs de Leie, 
‘t jaagpad naar de zaligheid,
tussen d’ echte en de dwaze dingen 
leerd’ ie gauw ons ’t onderscheid.
‘Zie die vlaschaard ne keer bloeien.’ 
‘Kijk, dat wiel is groot en sterk.’
‘Hoort de radio, dat is Mozart.’
‘Zwijgt en doe voort aan uw werk.’  

Wagenmaker, armoezaaier,
was ons vader levenslang 
aan zijnen draaibank op zijn kloefen,
al de rest had geen belang.
Maar in d’ harmonie Sint-Cecilia,
tussen tuba en trompet, 
speeld ’ie met zijn schone handen
altijd d’ eerste klarinet.

Mijn vader, mijn vader, voor u is dit lied,
stroofke leute en stroofke verdriet.

1995


[1]
Kon-Tiki is een boek (uit 1949) van de Noorse antropoloog Thor Heyerdael (1914-2002). Het gaat over zijn reis van 8.000 kilometer met een vlot over de Grote Oceaan: van Zuid-Amerika naar de Polynesische Eilanden. Heyerdael en vijf metgezellen starten op 28 april 1947, maar 101 dagen later, op 7 augustus, komt het vlot op een rif terecht en eindigt de tocht.

[2]
Geraakt, gekomen.

[3]
Vlaams fiets- en brommermerk.




Houtskool Willem Vermandere. Collectie Frank Verhallen




Logboek, 12 april 2017:
‘Willem Vermandere is een oorlogskind, maar geboren aan het begin van rampjaren die Vlaanderen minder in de ziel raakten dan Nederland: de Tweede Wereldoorlog, die van 1940-1945. Maar ook voor Vlaanderen was dat een donkere periode van armoede, angst en groot verlangen naar veiligheid, geborgenheid. Dat is bepalend geweest voor zijn denken over de wereld (maatschappijkritisch), voor zijn vorming als persoon (hij studeerde Godsdienstwetenschappen en werd leraar) en voor zijn levensopvatting als individu. Ik noem hem een filosoof, maar dan van het bijzondere soort dat over zelfspot beschikt.
En het was natuurlijk van grote invloed op de wijze waarop hij zijn kunstenaarschap uitdraagt: als dichter, schrijver, beeldhouwer, tekenaar en graficus. En als chansonnier en muzikant: zanger zoals zijn moeder, klarinettist zoals zijn vader. Alleen koos hij (ook) voor de gitaar, omdat je iets helemaal van jezelf wilt zijn.’

Archief 2024