Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 28 - 373. Willem Vermandere: Stefan [5/8]

maandag 15 juli 2024

[Beluister hier.]


Mijn broere, waar kan ik u vinden, vertrokken naar den overkant, 
ik krijg van u taal noch teken uit uw verre, uit uw verre land. 
Is ‘t daar nu zomer of winter, is ‘t daar nu dag of nacht?
Droom je of lig je wakker of slaap je, slaap je zacht ?

Mijn broere, ben je daar altijd allene en geraak je dat daar gewend, 
tussen d’ ontelbare dode zielen, is daar vader, ook vader omtrent? 
We weten hier zo bitter weinig van dat latere schoon paradijs; 
we leven in angst en vreze voor Hein, magere Hein met zijn zeis.

Ach laat ne keer iets van u horen, een woordj’ of zuchtje misschien 
of een simpel tikske op ‘t venster, ‘t is zo stille, zo stille sindsdien. 
Schrijf ne keer iets in de wolken, éne letter ware meer dan genoeg 
of vraag het aan de lijster: dat ie zingt, dat ie zingt morgenvroeg.

Aan de wind rond het huis in de bomen, aan de zunn’ en de mane misschien; 
ik vraag het aan de verste sterre, hè’ j’ mijn broere, mijn broere nie gezien? 
Ik zoek het in ‘t werk van uw handen, in uw kunstig kinderspeelgerief; 
met de restjes van eik, beuk en linde was je grenzeloos creatief.

En je wist dat het rijk der hemelen slechts opengaat voor wie welgezind,
geduldig zijn lot durft te dragen en wordt en wordt als een kind.
Hoort, tussen ‘t getokkel en d’ akkoorden en de rijmen met stil verdriet,
vind ik eindelijk Stefan, mijn broere, op ‘t eind, op ‘t eind van dit lied. 

2003


Vervolg van gisteren.


Logboek, 12 april 2017:
‘Zondag 15 april 2012 vroeg hij, tijdens het eten tussen het middag- en avondoptreden, hoe dat nou verder moest. Ik had hun verteld van mijn rigoureuze besluit met het Koningstheater te stoppen en verder te gaan als stadsprogrammeur en -producent. Vanuit die nieuwe rol kon ik hun beloven dat er voor hen altijd plaats zal blijven binnen de Bossche theaterprogrammering. Zolang ze willen, komen ze weer en weer en weer…



Tekening Willem Vermandere. Collectie Frank Verhallen




Maandag jl., 10 april 2017, was hij dus weer in Den Bosch. In de Toonzaal en met veel bezoekers die ik nog ken van het Koningstheater. Zij weten wat er zo bijzonder is aan Willem Vermandere. Pas zag ik hem omschreven als de Vlaamse Leonard Cohen, maar dat is hij voor mij absoluut niet. De roots van de Canadese singer-songwriter liggen bij folk en pop, die van de Vlaamse dichter-zanger veel dichter bij het Franse chanson. Wel kan Leonard Cohen mij in dezelfde mate ontroeren, maar dat doet zijn repertoire net zo goed als anderen het vertolken, onder wie Cohens muze Jennifer Warnes. En Vermandere is evenmin de Vlaamse Georges Brassens, al is hij aan die Franse chansonnier meer verwant, waardoor ik die vergelijking al beter snap. Maar ook die laat zich goed door anderen zingen, zoals onder anderen Maxime Le Forestier bewijst.
Willem Vermandere is vooral zo bijzonder door de wijze waarop hij zijn poëtische zeggingskracht als zanger, maar evengoed als verteller, koppelt aan grote thema’s als liefde, dood en oorlog, maar ze steeds klein en dicht bij zichzelf houdt door te zingen, te spreken en te mijmeren in het West-Vlaamse dialect van zijn geboortestreek: Lauwe, aan de Leie. De streek waar De Grote Oorlog die van 1914-1918 – woedde. Juist omdat bij hem mens en materiaal zo een zijn – noem dat maar persoonlijkheid –, kan hij als enige zijn eigen werk zingen, althans met de intensitieti die dat verdient.'

Archief 2024