vrijdag 05 juli 2024
Kijk en luister hier.
Dood, hé, luister even, Dood,
ik zing voor jou een lied.
Je bent er heel mijn leven al,
maar, Dood, ik ken je niet.
Soms ben je diepe duisternis
in het midden van de nacht,
soms een gedaante met een zeis,
die rustig op me wacht…
De ruiter op het vale paard,
dat mens en dier vertrapt,
de dreiging van een oordeel
waar niemand aan ontsnapt…
Maar dat is de gevangenis,
waarmee je wordt verward;
dat zijn alleen maar beelden
vanuit een angstig hart…
Je bent veel meer een streling,
de stroming van de zee,
een kind dat danst en lachend zegt:
‘Ja, dans maar met me mee!’
Je bent de weidsheid van het strand
en de geuren van een bos;
je bent de stem die rustig klinkt:
‘Hier is het, laat maar los.’
Je bent het uitzicht op de deur
die altijd open staat…
Een klank van ver, een fluistering,
die mij zacht binnenlaat…
2024
Bij het overlijden van George Groot, 14 mei jl., stond ik in deze rubriek al stil (te beginnen hier), maar Adelheid Roosen – zij omschrijft hem als haar taaldocent op de academie, levensvriend en podiumpartner – besloot hem al voor zijn dood te eren:
George wist dat het sterven begonnen was. En het bijzondere van George: het maakte hem niet angstig, maar nieuwsgierig. Adelheid zat bij George thuis op de bank en zei: 'Lieve George, we hebben samen twaalf voorstellingen gemaakt. Zullen we een dertiende maken waarbij we het afscheid nemen van jou, het danken van jou centraal stellen?' En zo vertrokken ze…
Lees hier verder.