woensdag 03 juli 2024
Brief aan de volwassenheid
Als ik eerlijk ben (en wat heeft het voor zin om hier te liegen)
had ik gedacht dat het minder zou neerkomen
op het pakken van verlies,
het tellen van bleke zegeningen,
blij zijn dat het niet erger is,
dat ik er nog ben om min of meer nuchter
vast te stellen dat het grootste deel
van de situatie waarin ik mezelf terugvind
het gevolg van mijn eigen keuzes is
(al geldt dat voor de meeste mensen in gevangenissen).
Als ik eerlijker ben dan ik had ik gehoopt
dat ik op een dag voor je zou staan, of jij voor mij,
de prijs van een gewonnen spel, klaar
en dat ik het vanaf dat moment
zou zijn: jou. Volwassen.
Maar als ik helemaal eerlijk mag zijn, moet ik zeggen
dat ik nooit een duidelijk idee van je had. Ik zag je
als een horizon, een verschuivend iets waarnaar
ik wel op weg ben maar nooit aankom.
Niet dit gigantische bord van karton voor mijn kop
dat zich kromt tot een bol met mijn leven erin
en een deur naar de dood en niemand die zich
al die tijd voor me verstopt heeft en opeens
van één april! tevoorschijn komt.
2024
Vervolg van gisteren.
Eerste en enige kennisgeving aan A.
Beste A.,
Na rijp beraad hebben we dan toch besloten
om je te verlaten. Het boterde al jaren niet.
Dat moet jij ook hebben gemerkt.
Wij worden er niet jonger op.
De meesten van ons stonden aan je wieg,
Alsof een baby zich ons zou kunnen baren!
En nu zijn we uitgewerkt en afgepeigerd.
We hebben spierpijn van het spoken.
Onophoudelijk zijn is zo vermoeiend.
Het is je eigen schuld, moet je weten.
Het is mooi geweest. We hebben er tabak van.
We zeggen de huur op.
Je zult het zonder ons moeten doen.
Hoogachtend, al je problemen.