vrijdag 28 juni 2024
Er waart een draak door onze saaie gangen.
Hij zet de hele flat in vuur en vlam.
Zij van hiernaast, die nooit de deur uit kwam,
krijgt blosjes op haar bleek geworden wangen.
Hij van hierboven, die haast nooit iets zegt,
raakt door het drakenvuur compleet geblakerd
en is nu af en toe heel heetgebakerd.
Samira van de vierde, met die vlecht,
staat plotseling in vuur en vlam voor Joke.
Ze klopt vervuld van liefde bij haar aan
en vraagt haar vurig: Wil je met me gaan?
De vonk ontvlamt. Het vuur is aangestoken.
Zo gaat het ook bij Dilan en bij Daan,
bij Els en Kas, bij Tristan en bij Take.
Je hoeft dus echt niet bang te zijn voor draken.
Integendeel, wees blij dat ze bestaan.
2024
Nieuwe nummers van literaire bladen Hollands Maandblad en Elders Literair, maar ook van Dichter – gedichten voor kinderen van 6 tot 106. Fabeldieren is de titel van deel 32 van deze thematische reeks.
Uit de inleiding:
Als je dichters vraagt te schrijven over fabeldieren, krijg je niet alleen gedichten over elfjes, eenhoorns en saters. Dichters halen er altijd van alles bij. Daarom lees je in dit nummer ook over de weermeermin bijvoorbeeld, een kruising tussen een weerwolf en een meermin. […] Of de tweehoorn. […]
Je leest ook over stommelstaarten, statelaars en doezemandjes. Dat zijn geen fabel-, maar fantasiedieren: dieren die niet bestaan en door de dichter bedacht zijn. Maar goed, wie heeft er ooit een elf of een centaur gezien?
De dichters van DICHTER schreven over wat niet bestaat, maar ook vol verwondering over wat er al wél is. […] Over het vogelbekdier en […] over de neushoorn. We zien het dus maar ruim. Bij ons zijn fabeldieren ook fantasiedieren. En het mag ook over echte dieren gaan. (Volg je het nog?)
Nieuw werk, zoals van vaste Dichter-auteurs als Katelijne Brouwer, Frank Eerhart, Ineke Holzhaus, Johanna Kruit en Joke van Leeuwen. Maar de mooiste gedichten zijn, zoals bijna altijd, van Bette Westera. Deze keer zijn drie bijdragen van haar hand.
Fabelachtig
Ik heb vandaag in Velzen-Noord
een fabelachtig koor gehoord.
Ze fabelachtig hoor je ze niet vaak.
Het zong een zevenstemmig werk.
De klanken galmden door de kerk.
Het koor bestond uit één enorme draak.
Die draak had zeven koppen, allemaal zo groen als gras.
Twee alten, twee sopranen, twee tenoren en één bas.
Wordt vervolgd.