maandag 27 mei 2024
Als je de mensen nou eens weg zou denken
en dan de schoenen die ze die dag droegen
naar hun bevindingen vroeg
2024
Alweer bijna tien jaar geleden introduceerde Judith Herzberg de Hopla in Nederland: ultrakorte gedichtjes van vier of vijf regels, al dan niet op rijm. Nauwkeurig en raak geformuleerd, op luchtige toon, zoals alleen Judith Herzberg dat kan. In het woord Hopla ligt het speelse en spontane van de gedichten besloten, door Literair Nederland ‘mozaïekjes van melodieuze spreektaal’ genoemd. Bijna 90 Hopla’s is het derde deel in deze prachtig vormgegeven reeks.
Aldus de uitgever.
Briefje
Tijs kwam langs
met heimwee
om te lenen
111 Hopla’s (2014) was het eerste deel en 100% Hopla’s (2021) het tweede. (Lees hier.) Nu is er deel drie: Bijna 90 Hopla’s. Het zijn er overigens minder: slechts 77, maar… Judith Herzberg viert 4 november a.s. haar 90ste verjaardag, dus als je de titel leest als Hopla’s voor een bijna 90-jarige – Bijna 90. Hopla’s of Bijna 90-Hopla’s – klopt die wel!
Afgeluisterd
‘Zo’n dokter daar schiet
je ook niks mee op want
als je niets mankeert dan
komt hij niet.’
Naar aanleiding van een Trouw-interview kwamen in deze rubriek al enkele Hopla’s uit deze derde uitgave voorbij. (Lees hier.) Vandaag nog enkele andere van deze ultrakorte gedichtjes.
Ring
Heb hem geërfd
vond eerst mijn vingers
te gering
er zaten zoveel zorgen in
het zorgen voor
het zorgen
maken over
Die zijn niet per se van vier of vijf regels overigens, zoals de uitgever de versvorm definieert, want ik tel er ook van acht, zeven en zes regels en een enkele van slechts twee. Maar liefst veertien Hopla’s zelfs zijn terzinen.
Opgevangen
‘Ik zeg wel ja
maar ik begrijp precies
wat je bedoelt’
Toch zijn de kwatrijnen, met drieëndertig stuks, ruim in de meerderheid.
Doof
dat hij de kamer uitging
terwijl ik juist beloofde
is niet omdat hij kwaad was
maar wel dover
Wat een genoegen dat een dichter van Bijna 90 nog schrijft en publiceert, ook al had Ilja Leonard Pfeijffer haar al uit de literatuurgeschiedenis geschreven toen hij in 2016 zijn staalkaart van de Nederlandse poëzie van de laatste honderd jaar samenstelde. Net zoals onder anderen Willem Elsschot trouwens.
Pfeiffer nam in zijn bloemlezing, getiteld De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten, niet een van hun gedichten op! (Lees hier.)
Nee dus
Alweer een lieve vriend
bij wie een einde dreigt
terwijl ik had gehoopt
dat hij mij bij het mijne
zou helpen weg te glijden
Dit is een van de laatste, in tegenstelling tot deze eventueel als laatste. Maar die heeft wel die titel.
Deze eventueel als laatste
verre van
bij lange na
hopla!