Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 15 - 169-171. Nico Scheepmaker [5/6]

zondag 14 april 2024

Ik sta in de tijd, met mijn afwerend,
ik wil niet, ik moet wel, ik wil het nog niet.
Ik sta op het dorpsplein, de sterren bezwerend,
bang dat een medebewoner mij ziet.

Ik ben toch gelukkig, wat moet ik dan sterven,
mijn kinderen zijn nog te jong voor alleen.
Het leven is mooi, maar wij moeten het derven,
langzaam verandert mijn hart in een steen.

Hoor ik de reiger, hij klapt met zijn vleugels,
zal men hem horen als ik er niet ben?
Ook wie er niet is vertelt nog zijn leugens,
ik denk dat ik vele ervan nog herken.

1991


Ivo de Wijs, in de inleiding van De Gedichten(1991)::
In 1987 verscheen Het rijmt, dat scheelt, […] een light verse-bundel zonder enig ‘poëtisch teveel’. Nico S. gaat geen enkel onderwerp uit de weg, maar het boek getuigt vooral van toegenomen geluk: vader Scheepmaker bezing zijn vrouw en zijn beide dochters.
In het grote geluk zat de kiem van de angst. De bezorgdheid […] nam toe met de jaren. Hoe lang zou het geluk blijven duren? Hoeveel tijd zou hij nog toegemeten krijgen om te schrijven en te zorgen, te beminnen en bemind te worden? De beduchtheid […] voor de dood maakte zijn laatste gedichten tot zijn meest aangrijpende […], tot lichte verzen met een onverwacht zware lading. De dichter speelt een bij voorbaat verloren partij tegen een onoverwinnelijke tegenstander, maar hoopt van harte dat de scheidsrechter nog wat tijd voor hem zal bijtellen. Hij geniet met volle teugen, maar hij is bang. Hij is bang, maar hij geniet met volle teugen. 
Nico Scheepmaker stierf onverwacht op 5 april 1990. Hij werd negenenvijftig jaar oud. 


Ik sta op het station. Ik ben hier vreemd.
De splitflapborden ratelen hun steden.
Ik zie de naam niet van de Hof van Eeden
en vraag hoe je de trein naar Lethe neemt.

De conducteur denkt even fronsend na,
hij heeft de naam gekend maar weer vergeten.
ik heb het, zegt hij, als scholier geweten: 
een dorp in Terra, bij Incognita?

Ik stap maar in de trein die voor mij staat,
je hebt als dichter weinig te verliezen,
je kunt wel hopen maar je kunt niet kiezen
dat hij in de gewenste richting gaat.

1991


Morgen een laatste keuze uit het latere werk van Nico Scheepmaker.

Ik wil een land met wuivend graan,
omlijst door korenbloemen.
Terzijde mag een trekker staan,
de bijen moeten zoemen.

De zon maakt alle aren goud,
de schatkist van de boeren.
Het ochtendgras is nog bedauwd,
de tortelduiven koeren.

De leeuwerik hangt in het zwerk,
wat laat hij van zich horen!
En in de verte staat een kerk
te pronken met zijn toren.

Wat is het stil! Alleen een fiets
komt piepend aangereden.
Ik sta, maak ik mijzelve diets,
nu in de Hof van Eden.

De boer stapt af en kijkt mij aan,
een fronsblik in de ogen.
Een laatste blik op 't wuivend graan,
hij kent geen mededogen...

1991 

Archief 2024