zondag 18 februari 2024
Plezierpoëten, houd dit in gedachten:
Heinz Polzer gaf uw werk een fundament.
Vanaf uw schooltijd werd u ingeprent
Dat als u rijmt, u nog geen dichter bent.
Van rederijkers moest u niets verwachten,
De Versvorm was de vijand van de Vent [1].
Een echt gedicht moest suizelen en smachten
En als het even kon, het rijm verkrachten
Of anderszins op Gorter [2] zijn geënt.
Plezierpoëten, houd dit in gedachten!
Toch waren er wel die de moed opbrachten
Om zich te keren tegen schijntalent.
Heinz Polzer leerde jongere geslachten
Subtiele vormbeheersing hoog te achten
En reken maar dat hij de kneepjes kent.
De bard, om wie de versgeleerden lachten
Werd dé light verse-expert en rijmdocent.
Of deelt u niet mijn mening hieromtrent?
Heinz Polzer gaf uw werk een fundament,
Plezierpoëten, houd dit in gedachten!
1984
Jaap Bakker in het eerste Drs. P Jaar- en Bewaarboek [3]:
Voor mij is Drs. P behalve liedjesmaker en schrijver toch vooral de geestelijk vader van het plezierdichten.
In 1979 bracht hij een boek uit met die titel en dat boek heeft mijn leven veranderd. Ik weet nog goed dat ik het indertijd bij de bibliotheek leende, drie weken hield, daarna nog eens voor drie weken leenden en vervolgens in de boekhandel kocht. Het overkomt je niet zo vaak dat je een uitgave tegenkomt waarvan je vrijwel onmiddellijk weet: dit is voor mij geschreven! Ik was op dat moment al tien jaar in de weer met het maken van liedjes voor school- en studentencabarets. Plezierdichten vormde voor mij de ideale vakliteratuur. De gedecideerde toon, de geestige voorbeelden, het assortiment van rijmschema’s en versvormen: ik vond het allemaal reuze inspirerend.
Plezierdichten bevatte ook een hoofdstuk over rijmwoordenboeken, waarin Drs. P de deplorabele kwaliteit van de toen verkrijgbare naslagwerken aan de kaak stelde. Die verhandeling prikkelde mij tot het nadenken over alternatieven, een exercitie die uiteindelijk leidde tot het Nederlands Rijmwoordenboek, verschenen in 1986.
In de voorbereidingsfase heb ik met enige regelmaat met Drs. P gecorrespondeerd over de opzet van het boek. En toen ik ging publiceren over poëtische techniek was het verstheoretische werk van Drs. P het vanzelfsprekende baken. Plezierdichten, besefte ik, is meer dan een beetje pretentieloze grappenmakerij op rijm; het is een geestelijke activiteit met een historische en esthetische basis, een basis die Drs. P uitvoerig en grondig heeft beschreven. Dat besef heb ik onder woorden gebracht in dit e-rondeel [4] ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag.
[1]
Vorm of Vent. Staat in de literatuur de stijl van de auteur (vorm) – en daarmee het werk als gegeven op zichzelf – of de inzet van zijn persoonlijkheid centraal (vent)? Deze discussie speelde met name in de jaren dertig van de vorige eeuw.
[2]
Herman Gorter (1864-1927) keerde zich tegen de Beweging van Tachtig, die het schrijven van poëzie en proza aanvankelijk zag als uiting en beleving van schoonheid. Gorter stelde niet de esthetiek, maar zijn persoonlijkheid en maatschappijvisie centraal.
[3]
In 2018 verschenen onder auspiciën van het Heen- en Weerschap, bestaande uit onder anderen Paul Prenen, Vic van de Reijt en Ivo de Wijs.
Jaar- en Bewaarboek 1
Inmiddels verschenen, respectievelijk in 2019 en 2021, ook een tweede en derde deel.
Jaar- en Bewaarboek 2 (boeven) en 3 (onder)
[4]
Het e-rondeel is een Refreindicht, bedacht door Jaap Bakker, die uitging van het grondtal in Napiers logaritmentafel. Het betreft twee rijmklanken die symmetrisch zijn, zodat de laatste tweeregelige strofe de eerste spiegelt. Het metrum is vrij. a en b kunnen het beste mannelijk en vrouwelijk zijn. Aantal regels: 2 + 7 + 1 + 8 + 2. Rijmschema: AB bbabaab A abaababb BA.