Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 dagelijkse en vanaf 1 januari 2020 wekelijkse, maar daarna toch weer iets vakere rubriek met gedichten en gedachten daarover. Het levensmotto blijft: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van ARCHIEF (zie onderaan deze pagina) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links naar het volgende. Handiger zijn deze links: daarmee ga je naar de 
inhoudsopgaven van
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 5 - 61. Jan Boerstoel [1/4]: De bokken en de...

dinsdag 06 februari 2024

De bokken en de schapen

Beluister hier:
- Jasperina de Jong (muziek: Harry Bannink) - 1980;
- Adele Bloemendaal (muziek: Frans Ehlhart) - 1981.

Het is allang weer afgelopen met de Praagse lente 
en God bewaar me voor Chileense tegenargumenten.
De knoet kan rood of zwart zijn, maar de knoet wil altijd slaan.
De dictatuur maakt links en rechts dezelfde korte metten 
met ieder die zich tegen zijn dictaten durft verzetten.
Stel nou eens dat er hier een komt, hoe zal het hier dan gaan?

Wie waagt zich dan aan een protest 
en wie blijft zich vergapen?
De goeden en de kwaden,
de bokken en de schapen.

Wanneer zo'n dictatuur hier in dit land ooit huis zal houwen, 
wie moet ik dan gaan vrezen en wie kan ik nog vertrouwen 
en zegt het dan nog wat, zoals ik nu de mensen ken?
De protesteerders, zullen die dan óók hun stem verheffen?
De verontrusten, zullen die dan óók het kwaad beseffen? 
Wat weet ik van degenen door wie ik omgeven ben?

Wie staat dan juichend langs de kant 
en wie grijpt naar een wapen? 
De goeden en de kwaden,
de bokken en de schapen 

En dan, hoe zal het gaan met wie mij lief zijn in de dagen?
Zal mijn familie mij nog op visite durven vragen 
of liever maar niet thuis zijn als ik langskom onverwachts?
Zullen mijn beste vrienden mij zonodig wel verbergen?
Of zullen zij me vragen zó veel niet van hen te vergen? 
Zal ik, naast iemand, nog wel hardop durven dromen ’s nachts?

Wie wordt dan van zijn bed gelicht 
en wie mag blijven slapen?
De goeden en de kwaden,
de bokken en de schapen.

Wat weet ik trouwens van mezelf? Ik durf niet eens voorspellen 
of ik dan zelf bereid zal zijn om mij teweer te stellen 
als daar gevang’nisstraf op staat, vernedering en pijn. 
Zal ik dan kunnen zwijgen als ik iets niet prijs wil geven? 
Zal ik dan kunnen sterven als ik graag wil blijven leven?
Zal ik dan moed voldoende hebben om niet laf te zijn?

Wie zullen dan de jagers zijn 
en wie zijn dan de prooien?
De bokken en de schapen,
De levend’ en de dooien.

1978

Voor toelichting: lees hier.

Archief 2024