dinsdag 30 januari 2024
Hij staat voor de deur en roept
Doe open doe open ik ben het
Ik ben de dichter doe open
Je moet naar me luisteren
Je moet naar me luisteren
Ik vertel je alles over geluk
En liefde en gelukkige dromen
Doe open ik ben het
Het regent nog een beetje
De straat is stil en verlaten
Een paar kinderen kijken
Naar de schreeuwende dichter
Ik weet dat je gelukkig bent
Ik weet het twijfel niet
Je bent gelukkig ik kan het zien
Omdat ik het heb geschreven
Ik ben de man van de gedichten
Van gisteren en van vandaag
En van de liefdesverklaringen
Ik deed ze bij je in de brievenbus
Een auto draait de straat in
De kinderen gaan naar huis
De dichter loopt het tuinpad af
Twijfel niet fluistert hij
2023
Zo’n dertig boeken schrijft Kees ’t Hart 1944) sinds zijn late debuut in 1988. In dat oeuvre bevinden zich beschouwingen, essays, pamfletten, reportages, romans, verhalen en… gedichten. Zojuist verscheen Het vogelkerkhof, zijn derde poëziebundel na Kinderen die leren lezen (1988) en Ik weet nu alles weer (2008). De komende dagen sta ik bij alle drie de bundels stil, te beginnen met de nieuwste.
Voor Toon Tellegen staat er boven het eerste van twee gedichten. Over ’t Harts collega-vriend schreef ik heel vaak in deze rubriek, onder meer hier, in 2016. Maar zie ook de inhoudsopgaven van 2018, 2019, 2020, 2021 en 2023.
Dit is het tweede gedicht:
De avond valt en de dichter gaat de stad in
Om niet ergens lang te moeten blijven
Hij staat bij winkelruiten de prijzen
Vast te stellen van wat hij ziet en hoort
Iemand spreekt hem aan ik ken u
U woonde naast ons ik heb met u
Op school gezeten ik lees soms over u
U bent dichter of bent u iemand anders
Ik ben dichter zegt hij én iemand anders
Ze glimlachen en staan even bij elkaar
Een windvlaag rukt aan de hoge bomen
Het gaat regenen vannacht zegt de man
De dichter vreest de woorden die hij hoort
Hij vreest de dingen die hij betast en schrijft
Hij vreest de wind de lucht en het verlangen
Hij vreest de winkelruit en de herinnering
Wordt vervolgd.