vrijdag 19 januari 2024
Kijk en luister hier.
Zaterdagochtend
Een kamer vol bloemen
Iedere vaas in het huis is gebruikt
De zon vindt barmhartig
Een weg door de ramen
Alles is vredig, het weekend ontluikt
De kranten verspreiden
Zich over de tafel
Net als de melk, het beleg en het brood
De kinderen zijn
Alle drie al beneden
Twee op hun stoeltjes en eentje op schoot
De oudste smeert pindakaas
Op z’n pyjama,
Mama zet nog eens het broodrooster aan
‘Jongens,’ zegt papa dan
‘Wat ik wou vragen:
Wie weet waarom al die bloemen hier staan?’
Zaterdagochtend,
Vragende blikken
‘Mama weet jij het?’, zegt een van de drie
Mama knikt zachtjes
Het kind dat op schoot zit
Schuifelt ineens naar haar andere knie
‘Mama moest vorige
Week naar de dokter
Die heeft in haar borst
Iets gevoeld en gezien
Hier zit een knobbeltje
Dat er niet thuishoort
En nu gaan ze dat opereren misschien
Want als het blijft zitten
Dan kan het gaan groeien
En dat is gevaarlijk. Nu is het nog klein
Het doet nog geen pijn
Maar dat kan straks wel komen
En dan moet ik vaak in het ziekenhuis zijn’
Zaterdagochtend
Een kamer vol stilte
Starende oogjes – verdrietig, geschrokken
Het zonlicht, de bloemen
Het zwijgen aan tafel
En dan vraag de middelste:
‘Zijn er nog vlokken?’
2021
Ivo de Wijs (zie hier) schreef het voorwoord van Ruitjesblues, met De liedteksten van Jan Beuving. De Wijs: Dit boek is een staalkaart. Het geeft een mooi en breed beeld van Jans immense veelzijdigheid. Tot tweemaal toe kreeg een tekst van hem de Annie M.G. Schmidt-prijs – Ivo vergeet nog de Willem Wilmink-prijs. En hoe verschillend waren die teksten: het bijtende Die Geur en het poëtische Vinkeveen met prachtige regels als ‘Maak ik krassen in het schijnsel van de nacht’. Ik bedwing mijn aanvechtingen om méér te citeren. Het hoeft niet. Alle grappige en ontroerende regels staan in dit boek. Lees en geniet.
Wie deze rubriek volgt, kent Jan Beuvings werk al: De Begrafenis van de waarheid, Die Geur, Gerrit, Ik hoop het wel, Lot, Ogen, Ravijn en Zoek me – liederen uit zijn drie soloprogramma’s, uit zijn drie duovoorstellingen met (eenmaal) Daan van Eijk en (tweemaal) Patrick Nederkoorn en Raap- en opdrachtwerk, dat de derde afdeling van zijn bundel vormt en dat hij onder anderen schreef voor Karin Bloemen, Richard Groenendijk en Paul de Leeuw.
Ik kies deze dagen voor teksten uit zijn soloprogramma’s: Restante (2021-2023), Rotatie (2018-2020) en Raaklijn (2016-2017) – inderdaad in de bundel afgedrukt van recent naar debuut en die anti-chronologische volgorde zal ik ook aanhouden. En soms zal ik citeren uit de toelichtingen die Jan aan het einde zelf geeft op de teksten.
Zaterdagavond komt dus uit Restante. Jan: Gebaseerd op een waargebeurd verhaal; in feite is het een op rijm gezette weergave van een blogpost van de moeder zelf, die de ochtend aan de keukentafel beschreef, inclusief de slotopmerking 'Zijn er nog vlokken?'