zondag 24 december 2023
Vervolg van gisteren.
[Kijk en luister hier.
Aansluitend hoor je Pavane pour une infante défunte (1899) van Maurice Ravel.]
je had eens moeten weten, lieve schat
wat voor engel van een moeder
wat een bof jij met je moeder had gehad
je moest eens weten, kleine Josefien
hoe teleurgesteld we waren
dat wij niet eens je ogen mochten zien
het was alsof je lag te slapen
zoetjes in die rieten mand
nog te klein om al te leven
kleiner dan mijn eigen hand
en jouw moeder die ernaast zat
en alleen maar naar je keek
vol verwondering
dat jij, zo klein nog, nu al op haar leek
zo liefdevol en broos
en zo troosteloos was zij
maar ze lachte naar je
bijna even ademloos als jij
en reken maar als jij het had gered
dat zij je dan verwend had tot en met
van alle dagen was er tot nu toe niet één zo zwart
als die dag waarop jij van haar buik terugkroop in haar hart
je had eens moeten weten, kleine
je had eens moeten leven
2006
Gekke ventjes (1996) bevat teksten uit Laat maar laaien, het eerste programma van Kees Torn (1967), verluchtigd met cartoons van Matthias Giesen.
Inkijkexemplaar (2001) bestaat uit liedjes en puntdichten uit die eerste voorstelling, repertoire uit zijn tweede, derde en vierde show – getiteld Als ik het niet dacht, Plek zat en Mooie boel –, aangevuld met teksten voor anderen en een hoofdstuk met plezierdichten. [Zie hier: Pat.]
In 2012 stopt Kees Torn (1967) na negen shows met optreden. Na Mooie boel speelt hij In de gloria, Doe mee en win, Dood en verderf [1], Einde verhaal en Loze kreten. De eerste letters vormen het woord Lapmiddel. Nu het acrostichon is gelegd, is het klaar. Dat jaar verschijnt nog de box Een ommetje met Kees Torn, met negen dvd’s: alle voorstellingen en veel extra beeldmateriaal. Het tiende schijfje is een cd met drieëntwintig van zijn liedjes, waaronder natuurlijk Streepjescode [2] en Ommetje, waaraan de box zijn titel dankt.
Ommetje
Kees Torn: 'Een anti-hondennummer in vermomming, over een dier dat niet verhaart, niet blaft, niet bijt, niet stinkt, niet met zijn nagels op de vloer tikt en dat je (in principe) niet uit hoeft te laten.' [3]
[Kijk en luister hier.]
Er brandt al lang geen licht meer bij de buren
Als ik thuiskom, is het stil op straat
De hele buurt slaapt om die tijd al uren
Niemand die nog bezig is zo laat
Maar zelfs wanneer ik best een beetje moe ben
Van lange dagen en van slaaptekort
En aan een welverdiende nachtrust toe ben
Mij maakt het niet uit hoe laat het wordt
Al moet ik 's morgens weer vroeg uit bed
Ik maak, voor ik mijn wekkertje zet
En geeuwend op mijn slaapbankje rol
Eerst een ommetje
Een ommetje met mijn mol
Een ommetje met mijn mol
Ik maak echt iedere nacht
Een ommetje met mijn mol
Terwijl die braaf wacht
Schep ik met de wormen die ik voor mijn molletje mee heb gebracht
Zijn kommetje lekker vol
Hij hoort als ik de trap kom opgelopen
En als ik dan de voordeur openmaak
Is hij allang zijn bloempot uitgekropen
En pakt hij het riempje van de haak
Buiten rent hij altijd eerst een stukje
En is hij eenmaal lekker uitgedraafd
Pauzeert hij altijd even voor een drukje
Dat hij keurig metersdiep begraaft
Als in de stad ieder drankhuis sluit
En alle lichten binnen gaan uit
En iedereen kruipt onder de wol
Maak ik een ommetje
Een ommetje met mijn mol
Een ommetje met mijn mol
Met dat gezellige beest
Een ommetje met mijn mol
Vanavond is het weer feest
Vanavond dan steek ik, want hij is pas namelijk jarig geweest
Een blommetje in zijn hol
1994
[1] Poelifinario als indrukwekkendste theaterprogramma 2006-2007;
[2] Annie M.G. Schmidt-prijs als beste theaterlied van 1998;
[3] Kees Torn: Mooie boel. De definitieve selectie uit zijn teksten (2003).