woensdag 29 maart 2023
Zundag weer verjöarsviseet
en iej weet wa hoo’t dat geet:
Herman hef zoo zeek ewes,
Graads mut ok weer oonder t mes,
Trui hebt z’ alns a vort-enomn,
Kloas is oet de tied ekomn,
Leida hef zon pien in t lief,
oo, dat aarme, aarme wief.
En hoo is t dan noe met Bernard?
Heftan tattat! Heftan tattat!
Hee har völs te völ patat had
en doo hef e t dus an t hart had.
Dat genöal, oo man oo man,
doodzeek goa’j op hoes op an.
1992
Van het achterplat van De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie. 101 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu, samengesteld door Tsead Bruinja:
‘Irakezen, Iraniërs, Amerikanen en anderen hebben in Nederland werk gemaakt dat met ons te maken heeft. Dat grotere verhaal ontbreekt tot nu toe in de bloemlezingen. “Onze” literatuur is die van Remco Campert, Tjitske Jansen en Radna Fabias, maar ook die van Tsjêbbe Hettinga, Jan Glas en Nydia Ecury, van Mowaffk Al-Sawad en Mia You.’
Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam Tsead Bruinja zich voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Zijn selectie begint in 1945 en beperkt zich tot poëzie die geschreven is binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Dat betekent dat er poëzie te lezen is uit Indonesië en Suriname en van de Antillen, maar ook dat er gedichten zijn opgenomen van nieuwe Nederlanders uit bijvoorbeeld het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Met deze bloemlezing wil Bruinja een andere blik op de Nederlandse poëzie geven. In bijna alle belangrijke bloemlezingen tot dusver ontbreekt bijvoorbeeld vaak de Friese en de Antilliaanse poëzie, terwijl die poëzie in contact staat met de Nederlandstalige poëzie en de wereldpoëzie.
Heftan tattat is in Wilminks Twents geschreven. De vertaling (van Goaitsen van der Vliet) heb jij, wereldburger, natuurlijk niet nodig. Maar ik geef haar toch.
Heeft ’t aan z’n hart gehad
Zondag weer verjaarsvisite
en je weet wel hoe dat gaat:
Herman is zo ziek geweest,
Graads moet ook weer geopereerd,
bij Trui hebben ze alles al weggehaald,
Klaas is overleden,
Leida heeft zo’n buikpijn,
o, dat arme, arme mens.
En hoe is het nu met Bernard?
Heeft ’t aan z’n hart gehad! (2x)
Hij had veel te veel patat gegeten
en toen kreeg hij dus een hartaanval.
Dat gezeur, o man, o man,
doodziek ga je weer naar huis.
Wordt vervolgd