Gedicht gedacht

 Poëzie is alledaags in de zin dat het voor iedere dag is (Carol Ann Duffy)

Een sinds 2016 veelal dagelijkse rubriek met gedichten en gedachten daarover.
Dit vanuit het levensmotto: ik ben onderweg om mooie dingen aan te raken.

------

Voor wie een handvat zoekt:
Met de pijl rechts van het kopje ARCHIEF (zie onder het gedicht) ga je terug naar het vorige jaar;
met de pijl links ga je vooruit naar het volgende.
Maar veel handiger zijn deze links: daarmee ga je direct naar de inhoudsopgaven van:
2024-1 (A-F), 2024-2 (G-K), 2024-3 (L-R) en 2024-4 (S-Z)
2023-1 (A t/m K) en 2023-2 (L t/m Z) 
2022-1 (A t/m K) en 2022-2 (L t/m Z)
2021-1 (A t/m K) en 2021-2 (L t/m Z)
2020-1 (A t/m K) en 2020-2 (L t/m Z)
2019, 20182017 en 2016.

Week 4 - 27. Jan Kal: Bomaanslag Bologna, 2...

vrijdag 27 januari 2023

Bomaanslag Bologna, 2 augustus 1980

Wanneer ik pech heb zie ik toch de zon, 
want bijna stond ik op een dodenlijst 
die zomer, naar Italië gereisd 
om bij te komen met kutzwager Ton.

Nog één dag rekken bleek te duur geprijsd: 
slechts koffie in Bologna, op 't station. 
Hoewel ik dacht dat nóg wel eentje kon, 
zei Ton: 'Ik rijd nu weg.' Dat bleek het wijst.

Te Beekbergen deed ons het nieuws verbazen: 
Centraal Station Bologna opgeblazen!
We waren tien minuten eerder weg.

Op de plaquette worden niet voor eeuwen
herdacht: Saskia Dolk, Jan Kal, Ton Scheeuwe
Verdikkeme, ik heb ook altijd pech.

2020


Schrijver Joris van Casteren doet in de Volkskrant geregeld verslag van zijn wederwaardigheden als coördinator bij het begeleiden van eenzame uitvaarten in Amsterdam. Daarbij leest een dichter, aangesloten bij de zogenoemde Poule des Doods, een vers voor dat speciaal voor de gestorvene is geschreven. 
Maar deze keer klinkt er een ouder gedicht, dat Jan Kal schreef toen meneer S. nog leefde, de man die Ton Scheeuwe heette en die op 2 augustus 1980 Kals leven had gered.

Een citaat uit de Volkrant van woensdag jl.:

In het voorjaar van 1979 werd Jan Kal verliefd op een zekere Aletta, die verzweeg dat de relatie met meneer S., haar vorige vriend, nog niet was beëindigd. Kal trok bij haar in, ze verloofden zich. Trouwkaartjes waren reeds gedrukt toen Aletta er vandoor ging met een derde.

Omdat ze beiden door haar waren bedonderd ontstond er een band tussen Kal en meneer S., een gesjeesde student, afkomstig uit Hengelo en zeer gefortuneerd. Hij kleedde zich als een dandy, woonde op stand en bezat een dure auto. Daarmee maakte hij in de zomer van 1980 een trip door Italië, met een vriend en diens zus. Desgevraagd besloot Kal mee te gaan. […]

In Amsterdam, waar hij nog een poosje geschiedenis studeerde, raakte meneer S. in de ban van de moord op John F. Kennedy. Hij las en verzamelde alle boeken die over dat onderwerp waren verschenen, de materie hield hem de rest van zijn leven in de greep.

Ook tijdens de trip in Italië in 1980 mondden de gesprekken regelmatig uit in monologen over Lee Harvey Oswald en diens veronderstelde motieven. De vriend kreeg er genoeg van en vroeg of ze hem in Bologna op het station wilden afzetten. Nadat de vriend om 10 uur 's ochtends met de trein was vertrokken dronken de zus, meneer S. en Kal een kop koffie in de restauratie. Kal wilde nog een espresso bestellen maar meneer S. gebood hem in de auto te stappen, hij wilde direct terug naar huis.

Een half etmaal later zagen ze op het nieuws dat om 5 voor half 11, tien minuten nadat ze waren vertrokken, het station van Bologna was opgeblazen, vermoedelijk door een extreemrechtse groepering, met vijfentachtig doden en tweehonderd gewonden tot gevolg. Meneer S. had Kals leven gered, daar kwam het op neer…

Archief 2023