vrijdag 16 december 2022
Op het plein kwam Ayla naar me toe met twee vragen:
1) of ik na school wilde spelen?
2) of ik van vader wilde ruilen?
Op de eerste vraag zei ik nee,
ik had straf en moest van mama helpen in de tuin.
Over de tweede dacht ik wat langer na.
Ayla’s vader is vaak op reis (niet zo leuk), heeft altijd cadeautjes
bij zich als hij thuiskomt (heel erg leuk), neemt Ayla mee op
verre vakanties (heel erg leuk), gaat nooit mee naar het zwem-
bad (niet zo leuk).
Mijn vader gaat altijd mee naar het zwembad (heel erg leuk),
geeft niet zo vaak straf als mama (heel erg leuk), bakt bananen-
brood (heel erg lekker) en vergeet hoe laat ik naar bed moet
(heel erg leuk).
Mijn antwoord was dus nee.
Maar, dacht ik toen, moeders
wat moet je daar dan mee?
Waarom doe ik niet net zoals Koen?
Die heeft niet één vader,
maar twee.
Ayla knikte,
vond het een superidee.
2022
Ik denk dat ik ontvoerd ben en andere gedichten. Prachtige jeugdbundel van Pim Lammers, pas 29 jaar oud.
Het achterplat:
Deze bundel staat vol gedichten over de bijzondere band met broers, zussen, vaders, moeders, opa’s, oma’s, ooms en tantes. Over de gesprekken die je hebt tijdens het eten. Over een tante die geen man is maar ook geen vrouw. Over racen met je oom in een rolstoel. Maar ook over stiekem verliefd zijn of over een oudere broer die ineens de deur van de badkamer voor je neus op slot doet.
Van gevoelig tot grappig. Pim Lammers weet moeiteloos in de huid van kinderen te kruipen en hun gevoelens te beschrijven. Sarah van Dongen maakte er eigenzinnige illustraties bij vol humor.
Lammers gaat niets en niemand uit de weg: seksuele geaardheid, dood, God – Lammers schrijft erover zonder ook maar één moment geforceerd over te komen. Hierboven dus over het hebben van twee vaders, of twee moeders, Of hier, over Tante Ben, die niet als hij of zij aangesproken wenst te worden:
Soms vragen kinderen aan mij:
is je tante een man of een vrouw?
Maar ik weet het niet:
tante Ben draagt jurken,
alleen nooit roze, altijd blauw.
Tante Ben heeft een hagedis met de naam Otje,
drinkt cassis bij het ontbijt, neemt de telefoon op
met ‘Wat mot je?’, heeft een driedagenbaard,
draagt lippenstift en is dol op mokkataart.
Tante Ben speelt viool, spaart postzegels,
heeft een hoge stem, tienduizend volgers
op Instagram, een zeilboot, een ligfiets,
maar goed, dat zegt natuurlijk niets.
Tante Ben past nergens bij,
valt in elk hokje uit de toon.
Dus ik dacht, ik vraag het gewoon:
‘Ben jij een hij of een zij?’
Tante Ben antwoordt:
‘Geen hij, zij, hem of haar voor mij,
ik hoor liever hen of die.’
‘Die?’, vraag ik. ‘Hen?’
Die glimlacht.
‘Zeg jij maar gewoon tante Ben.’
Nog eentje: Op wie ben ik?
Mama is op papa, papa ook op haar.
Mijn oma was op opa.
Mijn tantes zijn op elkaar.
Mijn broer is op een jongen uit zijn klas.
(In zijn dagboek stond ook op wie:
op Bas.)
Meester Mark is, zo denken wij, op juf Marij.
Eva was gister op Nick, vandaag op Mo, morgen op Rick.
Meltem is op Joeri, Jelle, Jelmer tegelijk.
Juul was op Faat, maar nu op Loek.
En ik?
Ik ben op zoek.