donderdag 15 december 2022
Hij bleef tot op het laatst
nog willen leren. Meemaken
was zijn vak. Doodgaan.
Meedelen wilde hij
ook dat nog, schor
zolang zo veel dat ging
en werd intussen
aldoor jonger
liefhebbend liefgehad
en zelf omzongen.
2019
Van Doen en laten, de in 1994 verschenen en daarna vaak herdrukte bloemlezing van de gedichten van Judith Herzberg, verscheen een nieuwe uitgebreide editie. De laatste geactualiseerde versie is van 2006, dus dat mocht wel weer. De nieuwe bundel gaat (van 1963) tot en met Vormen van gekte (2019) en dus ontbreekt alleen de meest recente: Sneller langzaam (lees hier).
Doen en Laten 2022 (boven) en 1994 (onder)
Uit Vormen van gekte komen negen gedichten, waaronder het titelgedicht, Lied voor 4 mei en Wat iemand zegt die in haar rugzak zoekt, die ik alle drie al eerder opnam (lees hier en hier). En bovenstaand gedicht, opgedragen aan theaterrecensent en -docent Loek Zonneveld (1948-2018). Een boek wegdoen staat in Liever brieven (2013), maar nam ik nog niet eerder op.
Een boek wegdoen
dat je nog niet gelezen hebt;
‘ik kom daar niet aan toe
kijk bijna elke dag wel eens
naar mijn enorme stapels.’
Een boek wegdoen dat je twee keer
gelezen hebt is als een goede vriend
ten grave dragen. Samen veel mee-
gemaakt. Vrezen: dat vele
gaat vervagen.
Al vond magie, geloof of bijgeloof
geen ruimte in je kop
een boek wegdoen waarin
een opdracht aan je stond
dat blijft je bij als zonde.
Een boek wegdoen
waarin je halverwege
bent blijven steken. Er
zit een post-it stickertje,
je weet nog steeds niet
wat daar bleek te ontbreken.