woensdag 05 oktober 2022
Kwam met de boodschappen thuis, stond aan de overzijde
van mijn eigen huis, zag de ambulance voor de deur,
dacht: dit is hoe zoiets gaat, zo vaak gehoord,
nooit kunnen geloven dat nu
de tas valt, de wijnfles in scherven, cherrytomaten rollend
door de gang, de eieren stuk, hollend naar boven, nu
ligt de liefste in de keuken, het kind in de wieg, de zoon
in de tuin, heggenschaar, koolmonoxide, uitgegleden,
onverklaarbaar, stukje brood, open raam,
stopcontact, hartaanval, wiegendood –
Zag toen de vreemde op de stoep. Een man, daar in elkaar gezakt.
Dacht: dat scheelde weinig, dat scheelde verdomd weinig,
dit had best een mens van mij kunnen zijn,
maar het is geen mens van mij.
Weet nog de willekeurige passant waar niets over te zeggen valt,
wil niets over hem zeggen, wil niet dat iemand pas bestaat
terwijl hij in elkaar zakt voor mijn deur,
wil niet dat iemand dan ineens iemand is, zo op de valreep,
veel te laat, wil part noch deel, hou mijn adem in,
mijn hart, mijn tas vast, mijn eieren heel.
2022
De komende tijd zou ik, omdat er zoveel nieuwe poëziebundels verschijnen, alleen maar signaleren en niet bespreken. Maar vandaag reikt de postbode me zowel het nieuwe nummer aan van Het Liegend Konijn (2022/2), met daarin nieuwe gedichten van onder anderen Ester Naomi Perquin, als de nieuwe bundel van Ester Naomi Perquin, met daarin ook de twee gedichten die Het Liegend Konijn opnam: Nieuws en Weet nog wel, het gedicht van vandaag.
Ongevraagd advies heet Perquins nieuwe bundel en die is te prachtig om alleen maar te signaleren – nee, die is zelfs van een overrompelende kwaliteit; ontegenzeglijk haar beste bundel tot nu toe en een van de mooiste poëzieuitgaven van 2022.
Het gaat de komende dagen dus toch weer anders dan ik dacht…
Wordt vervolgd!