vrijdag 23 september 2022
De levensreis van Willy Geijlvoet
wij zijn onderweg maar we weten niet waarheen
dat lijkt de oud schoolmeester en predikant van de doopsgezinde gemeente
een geschikt begin voor het gedicht dat we samen aan het schrijven zijn
dan vertelt hij over hoe hij als jongetje met zijn ouders en broertje
van het gebombardeerde arnhem naar apeldoorn
en van apeldoorn naar zwolle gelopen is
in apeldoorn zaten de deuren stijf dicht voor het slaperige gezin
maar net buiten de stad woonde een arme familie met veel kinderen
die hen onderdak bood
die gastvrije mensen hebben met godsliefde en vertrouwen
hen bij zwolle de brug over gebeden
of de chauffeur van de vrachtauto met meel voor de duitse soldaten
heeft hen de brug over gereden
of beide
ze kwamen via sneek in leeuwarden aan
nadat ze door de tommy’s waren beschoten
op de boot van een binnenschipper
het was de avond van de overval
iedere maand gaat hier wel iemand dood maar laat die dood maar weg
de mensen weten zelf best dat hier geen kindertjes worden geboren
zegt willy
er is hier wel een crèche
dan is het stil
willy is aan het denken
over dit gedicht
ik zoek mijn levenspad
ik heb al een flink stuk gelopen
hopelijk ligt er een stuk voor mij
om het pad eindelijk af te sluiten
ik wacht er niet op
ik zie het vanzelf
2022
Hier schreef ik al over de laatste bundel van Tsead Bruinja. Ingebed is de ambiguë titel. Een dichter is altijd in gebed, maar een Dichter des Vaderlands – dat was hij van 2019 tot 2021 – raakt ingebed in wat er in de maatschappij speelt. Zo schreef hij over de moord op vier passagiers van een Utrechtse tram (lees hier), een klimaatmars (lees hier), de dood van Prinses Christina (lees hier), 75 jaar Bevrijdingsdag (lees hier), tbs’ers in de Pompe-klinkiek (lees hier), corona (lees hier) en, zoals in het bovenstaande gedicht, over het wel en wee van ouderen in verzorgingshuizen.
Maar niet voor niets is Ingebed tweetalig, Nederlands en Fries. Want in het Friese landschap, de Friese cultuur en onder de Friezen, is Bruinja geboren en geworteld, dus ingebed. Prachtige omslagfoto trouwens ook (van Rosa van Ederen ninnen het ontwerp van Monique Vogelsang): want ook in dat beeld zijn bidden en wassen - het in woord en daad in het reine komen en zijn – innig samengebald.
Tsead Bruinja. Foto: Tessa Posthuma de Boer
20 februari 2020 schreef Bruinja als Dichter des Vaderlands over zijn Heerenveense Portretten in Poëzie, zoals dat van Willy Geijlvoet, waarvan hierboven het eerste. Helaas is deze begeleidende tekst niet in de bundel opgenomen. Ik citeer:
Willy Geijlvoet, voormalig predikant en schoolmeester, directeur van een school voor 'kinderen met een achterstand', vertelde ons over de lange voettocht die hij als jongetje met zijn ouders en broertje had gemaakt na de Slag om Arnhem, waar zij woonden. Ik wilde hem graag laten schrijven, maar door een probleem met zijn ogen zat dat er niet in.
We vroegen Geijlvoet of hij een ander idee had voor een andere bijdrage aan de presentatie op dinsdag. "Laat mij maar even daarover nadenken", zei hij en maakte even later een aantekening die hij later waarschijnlijk onder de grote loep heeft moeten houden op zijn kamer. "Het wordt een verrassing."
Op dinsdagmiddag sloten hij en ik de presentatie af. Voordat ik mijn gedichten over zijn leven ging voorlezen, was Geijlvoet aan de beurt. Hij nam een sjaal en een bodywarmer van zijn rollator, vroeg nog even aan zijn vriendin Geke wat de melodie ook alweer was van een bepaald liedje, en liep toen "it's a long way to tipperary" zingend door de zaal. Tussendoor ging hij een denkbeeldige dialoog aan met zijn opa en klaagde hij erover dat hij zo'n jeuk had. Opa zei dat hij zijn kleren uit moest trekken. De sjaal en bodywarmer werden op de grond gegooid en toen schoof Geijlvoet als een volleerde stripteasedanser langzaam zijn bretels van zijn schouders. "Moet alles uit, Opa?" "Ja alles, Willy. Je hebt schurft!" De bewoners vonden het prachtig. Willy hield zijn kleren aan en kreeg een groot applaus en een paar flinke "Whoop, whoops" van mij en Simone Atangana Bekono.
Hieronder de gedichtencyclus die ik voor hem maakte. Het is werk in uitvoering. In het uiteindelijke boek zal een bewerkte versie staan. De tekst over Kaj Munk is een bewerking van de Wikipedia-pagina.
We spraken in het Nederlands. Daardoor is de cyclus ook een Nederlandse geworden. Bij het redigeren heb ik nog wel een stuk naar het Fries vertaald. Ik twijfelde er toen aan in welke taal het moest. In die Friese vertaling van de eerste paar gedichten maakte ik stappen die ik in het Nederlands niet wist te maken, maar uiteindelijk vertaalde ik toch alles terug. Het Fries werd zo een redactioneel hulpstuk.
Bij het schrijven merkte ik ook dat ik een aantal clichés of herhalingen die ik anders had weggepoetst nu wilde laten staan. Ze horen zo erg bij de toon en taal van Geijlvoet dat ik ze bewaard heb. Zo heeft hij toch nog meegeschreven.
Ik houd heel erg van Bruinja’s poëzie, dus morgen verder.