vrijdag 16 september 2022
En toen opeens was Josje dood
Hij had gewoon geen zin om door te leven
Hij heeft zichzelf als 't ware opgeheven
Hij heeft aan mij z'n laatste brief geschreven
Hij hield zich niet nog langer groot
Ik gaf hem de genadestoot
Soms denk je dat je iemand kent
Nou ja, ik kende Jos zo'n maand of zeven
Hoewel we eerst nogal op afstand bleven
Zag ik de echte Jos soms toch wel even
Als door een scheur in 't cement
Dan kroop-ie langzaam uit z'n tent
Wanneer we 's zomers de rivier afdreven
Kwam er een glimlach om z'n lippen zweven
Was -tie wat minder bang zich bloot te geven
Dan was-tie in z'n element
We raakten aan elkaar gewend
Hij zei niet veel in het begin
Ik wist niet of ik hem ooit zou bereiken
Als ik iets vroeg begon-ie weg te kijken
Hij zei alleen soms: ‘Hou nou op met zeiken’
Z'n handen nors onder z'n kin
Verroerde urenlang geen vin
Hij wou zo graag een harde bolster lijken
Maar op den duur begon het schild te wijken
Liet-ie wat meer van zijn gevoelens blijken
En ging-ie op m'n vragen in
Kwam-ie tevoorschijn, zin voor zin
Hij had van alles opgekropt
Er was niks waar je Jos om zou benijden
Zijn ouders waren van elkaar gescheiden
En om de maand moest-ie bij een van beiden
Waar-ie met snoep werd volgepropt
En hij vertelde me beknopt
Hoe hij als kind zijn vader wakker gilde
Omdat-ie liever naar z'n moeder wilde
En hoe z'n vader 'm z'n bed uittilde
En in de kelder had gestopt
Te vroeg en veel te vaak geschopt
Hij zei: ‘Misschien is het verkeerd
Maar ik denk steeds: was ik maar niet geboren
De mensen hebben hun gevoel verloren
Haast niemand wil zich aan een ander storen
Dat heb ik nou toch wel geleerd
Zelfs als je werkelijk crepeert
Zal men proberen om je stem te smoren
Maar ieder mens wil toch bij iemand horen
Dat lot is mij dan zeker niet beschoren
Ik word haast overal geweerd’
En ik heb Jos opnieuw bezeerd
Had ik hem achteraf beschouwd
Toen hij dat zei maar naar me toe getrokken
En hem gezegd: ‘We zullen samen knokken’
Maar ik zei niks, was van mezelf geschrokken
Een onvergeeflijke fout
Maar God, ik voelde me zo oud
Hij schreef: ‘Ook jij liet me weer los
Door niks te zeggen heb je toch gelogen
Want wat je wilde zag ik in je ogen
Ook jij, gevangen in je onvermogen
Jij bent nog meer dan ik de klos
Je bent misschien een ouwe vos
Jij kan misschien op meer ervaring bogen
Jij kunt ertegen als je wordt bedrogen
Maar ik heb alles nog eens overwogen
Ik wil niet meer. Het beste, Jos’
1981
Vervolg van gisteren.
Henk van Gelder in Leen alleen:
Het derde programma van Robert Long en Leen Jongewaard heette …En het bleef nog lang onrustig in de stad. Het ging op 24 november 1983 in première […]. Het was met meer moeite tot stand gekomen dan de twee vorige programma’s en werd met veel minder vrolijkheid gespeeld. De rek leek er een beetje uit. De eerste twee programma’s waren bedacht en geschreven in een euforische stemming en met aanstekelijk genoegen gespeeld. Voor het derde gold dat niet meer. Enerzijds stond het duo onder druk door de hoge verwachtingen bij een lachgraag publiek en anderzijds wilden ze hun uiterste best doen om niet in herhalingen te vervallen. […]
Het derde programma ging niet meer […] Leen ergerde zich aan Bobs [Robert Long is de artiestennaam van Bob Leverman, FV] stiptheid en Bob ergerde zich aan Leens geschmier. […]
Het was een ingewikkelde voorstelling […] en tot overmaat van ramp kon Leen zich bijna niet meer concentreren. […]
Ook met zijn privéproblemen kon Leen niet meer bij zijn collega terecht. Aanvankelijk wilde Long nog wel luisteren naar Leens verdriet om de breuk met Barrie, maar na een paar weken had hij daar genoeg van. Long zat nu eenmaal anders in elkaar; als hij een relatie wilde beëindigen, deed hij dat robuust en radicaal. ‘Huil je nou nóg om die jongen?’, bitste hij op een avond tegen Leen. Onthutst keek Leen hem aan; tegen zo’n kille opmerking was hij niet bestand.
De laatste tournee van het duo duurde niet langer dan één seizoen. De ruzies werden steeds heftiger. Ik denk dat Leen op dat moment hevig in psychische problemen zat. Hij was onhandelbaar, hij zat zwaar in de knoei met zichzelf. Het laatste seizoen is met slaande deuren afgelopen. Het was echt voorbij.
Jos komt niet uit hun gezamenlijke programma’s. Robert Long schreef het voor het soloalbum Leen is alive, dat Jongewaard in 1981 opnam. Robert Long zong het zelf in zijn theaterprogramma Dag, kleine jongen (1985); het staat ook op het gelijknamige album.
Beluister hier: Josje in de uitvoering van Leen Jongewaard (1981);
Kijk hier: Josje in de uitvoering van Robert Long (1984).
Wordt vervolgd.