woensdag 14 september 2022
Je mag komen je mag komen je mag komen
je mag komen, ik vertel het je in mijn hoofd
laat de gedachte zakken door mijn keel, mijn borst
mijn middenrif maar jij blijft daar waar je de hele tijd
al zit, je vader en ik denken dat je wel een beetje naar beneden
bent gezakt maar niet zo hard dat het begint te weeën, en ik zeg je
dat het mag, de nodige hormonen vrijlaten en het knuffelstofje de wanden
van jouw huis klaar laten maken om jou met mijn pijn naar buiten te knijpen
zodat alle keren dat ik vroeger bloedde en bedacht dat deze krampen
oefeningen waren voor als ik jou zou krijgen eindelijk hun vrucht
af zullen werpen, één onbevattelijke vrucht, het enige wat ik
van je weet is hoe je in me beweegt en dat ik wel en niet
kan wachten tot ook jij begrijpt dat het tijd is en wij elkaar
ten slotte van de buitenkant zullen kunnen aanraken.
2022
Vervolg van gisteren (en slot).
De laatste twee poëtische ‘brieven’ uit een van de mooiste bundels van dit jaar.
41
Je mag komen maar je komt niet en de vrouwen die me
van jou gaan verlossen willen graag een plan maken
als je langer dan een week op je laat wachten zijn ze
bang voor voedseltekort, ademnood, knippen en sneden
beter is het om dan een ballon om jouw hoofd te plaatsen
en die op te blazen om daarna de bodem van je huis te breken
als het water er dan uit loopt hebben we meteen een goede flow
voor jouw val naar beneden, ondertussen blijf jij nog altijd liever
binnen in mij, echo’s kaatsen een plaatje terug van jou, je ogen dicht
je vuisten bij je gezicht, ik herken je meteen als van mij, en nog wacht ik
op Koningsdag lig ik in het gras, een magere vrouw komt uit de verte
aangelopen, snel en helder als een bergbeek, ik moet langzaam
en onmetelijk worden als de zee.