maandag 11 april 2022
Voor Nora, 26-9-‘64
Je bènt niet dood - de Heer heeft je geroepen
bij hem te wonen in Zijn glanzend huis;
je hoeft geen rust en vrede meer te zóeken,
je hèbt ze nu – want je bent veilig thuis.
Je bent niet dood - je mag voor eeuwig leven,
je bent verlost van onvolkomenheid,
van pijn en van verdriet. God zal je geven
een onbegrensd geluk in onbegrensde tijd –
je bent niet dood. – Maar ach, ik zal je missen
zoals een mens de meest-geliefde mist.
De jaren van geluk zijn nooit meer uit te wissen,
en ik geloof: God heeft zich níet vergist…
1967
Tijdens haar leven was Nel Benschop (1918-2005) de bestverkochte dichter van Nederland. Van haar vijftien bundels – het bovenstaande komt uit haar debuut Gouddraad uit vlas – zijn bijna drie miljoen exemplaren verkocht. Alleen Gouddraad uit vlas beleefde al meer dan zestig herdrukken.
Toen ik Nederlands studeerde, heb ik eens een vurig pleidooi voor haar poëzie gehouden. Dat haar verzen over de grote onderwerpen van het leven – geloof, liefde, lijden, sterven… – als troostpoëzie gelden en tienduizenden mensen aanspreken en bemoedigen, werkte tegen haar. Te pastoraal en daarom literair niet serieus te nemen. En dat terwijl de meeste van haar gedichten qua vorm en invalshoek juist getuigen van vakmanschap.
Waarom vandaag aandacht voor haar werk? Omdat A Dieu – voor ons adieu (dus vaarwel), maar van oorsprong vaart wel; God is met u - morgen deel uit maakt van de liturgische dienst waarmee we afscheid nemen van een geliefde. De uitgave van de verzamelde gedichten van Nel Benschop – De stem uit de wolk, met die vijftien bundels plus nagelaten werk – behoorde tot haar lievelingsboeken.