zondag 13 februari 2022
Stilte om de huizen aan de Durgerdammerdijk
Weemoed op het spiegelgladde water
‘s Morgens vier uur, vogels, mensen, alles ligt te slapen
Niemand heeft gezien dat ik er ben
Mist hangt op het weiland, rond de koeien die er grazen
Nevel op de slootjes die ik als mijn broekzak ken
Haast te zoet om waar te zijn, m’n dorp als een oase
Niemand heeft gehoord dat ik er ben
Durgerdam, zo mooi, zo hemelsblauw
Waar is de tijd gebleven
Het huis en het bed waarin ik sliep met jou
De liefde van mijn leven
Rokend loop ik rustig langs de steigers en de kade
Slenterend langs bootjes die ik af en toe herken
Ooit kwam ik hier aangezeild en jij was toen mijn haven
Niemand die nog weet dat ik er ben
Durgerdam, zo diep verloren blauw
Waar is de tijd gebleven
Het huis en het bed waarin ik sliep met jou
De liefde van mijn leven
Durgerdam, zo diep verloren blauw
De tijd die wij vergaten
Het huis en het bed waarin ik hield van jou
Het is voorgoed verlaten
2002
Westlandtheater De Naald liet zijn bezoekers de vijfentwintig mooiste Nederlandstalige liederen kiezen. Aan vaste bespelers is gevraagd die liederen een nieuwe jas te geven en uit te voeren op het Naaldwijkse podium. Zonder publiek, als gevolg van de Corona-maatregelen. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel: voor de gedwongen sluiting zijn de theaters ruim gecompenseerd en directeur Nico Baars zag de mogelijkheid budget vrij te maken om die liederen op te nemen met camera’s en goede technische begeleiding en om de uitvoerenden te betalen voor het insturen, opnemen en laten verschijnen op het YouTube-kanaal van het theater.
Nico Baars volgt jong talent nauwgezet en is ook al een aantal jaren betrokken bij de Koningstheateracademie. Niet voor niets dat aan deze Ode aan het Nederlandstalige lied veel oud-studenten meedoen van de eerste en enige Academie voor Cabaret in ons land, onder wie – houd je vast – Bertram van Alphen & Bart Jakobs (1), Bert van Alphen & Bart Jakobs (2), De Andersons, Frank Boddin, Ramon Charter & Teun Beurskens, Grof Geschud, Martijn Kardol, Fieke Opdam, Kiki Schippers, Bas van de Ven & Ramon Charter, Elke Vierveijzer en Jasmijn Wagenaar & Teun Beurskens.
En David Heijmans dus, met Durgerdam slaapt. Jeroen Zijlstra kwam pas één keer eerder voorbij in deze rubriek (zie en lees hier) en daarmee doe ik hem tekort. Over het lied, dat in 2002 de Annie M.G. Schmidt-prijs won voor het beste theaterlied van het jaar, zegt Zijlstra zelf (ik citeer van Wikipedia):
Durgerdam slaapt gaat over de angst dat je alles wat je lief hebt, van de ene op de andere dag kunt verliezen. Dat hetgeen waar je zo van houdt, er opeens niet meer is. Als ik laat in de nacht het dorp inrijd en iedereen allang onder de zure lappen ligt, bespringt die angst mij vaak. Ik begeef me dan tussen de vreugde van het hebben en het verdriet het te verliezen. Het lied is geschreven vanuit het perspectief alsof ik het allemaal kwijt ben, alsof alles een herinnering is. Gelukkig is dat niet de realiteit. Het huis en het bed zijn er nog altijd, net als de liefde.
Beluister hier het orgineel.