zondag 23 januari 2022
Ik weet hoe hij zijn koffie drinkt
weet ook hoe zijn ringtone klinkt
zijn lage stem
weet welke column hij graag leest
uit welke krant.
Ik ken het omslaan met zijn hand
van pagina na pagina.
Ik ken zijn lach, zijn blik
zelfs zijn voetgetik ken ik
en ik weet hoe hij eruitziet
als hij slaapt.
Maar van de wereld die hij betreedt
wanneer hij de coupé verlaat
en opgaat in de mensenzee
heb ik geen weet.
2022
Bovenstaand gedicht komt uit In de trein, een van de fraaie nieuwe Kakkerlakjes die in maart bij Uitgeverij Loopvis gaan verschijnen. Vijf gedichten over achtertuinen vol verre levens, voorbijtrekkende landschappen en reizen naar waar je wilt zijn.
De andere bijdragen zijn van Erik Menkveld, Kasper Peters, Ivo van Strijtem en Willem Wilmink. Ik wilde verwijzen naar de bijdrage met Wilminks prachtgedicht, maar zie dat ik het niet eerder opnam. Daarom hieronder alsnog:
Echtpaar in de trein
voor Wobke
Met de allerliefste in een trein
kan aangenaam en leerzaam zijn.
De prachtig vormgegeven stoel
geeft allebei een blij gevoel.
Voor ‘t verre reisdoel kant en klaar
zit ik dus tegenover haar.
De trein maakt zijn vertrouwd geluid
en zij rijdt vóór-, ik achteruit.
We zien dezelfde dingen wel,
maar ik heel traag en zij heel snel.
Zij kijkt tegen de toekomst aan,
ik zie wat is voorbijgegaan.
Zo is de huwelijkse staat:
de vrouw ziet wat gebeuren gaat,
terwijl de man die naast haar leeft
slechts merkt wat zijn beslag al heeft.
Van nieuw begin naar nieuw begin
rijdt zij de wijde toekomst in,
en ik rij het verleden uit.
En beiden aan dezelfde ruit.
1990